‘Oog op de toekomst’, expertmeeting & avondconcert
1 november 2022- TivoliVredenburg, Utrecht
Op 1 november vierde World Music Forum NL (WMFNL) zijn 15-jarig bestaan met een expertmeeting. Samen met gastsprekers Yassine Boussaid, Arne Dee en Mehdi Maréchal werd er gereflecteerd op de fluïde grenzen tussen genres en disciplines, de rol van de media en op de veranderde dynamiek tussen muziek en publiek. Met ‘Oog op de toekomst’ bood deze bijeenkomst de aanzet voor een nieuwe agenda, nogmaals onderstreept met een optreden van Dareyn, en ‘s avonds met een dubbelconcert door SonCe Trio en FaKruTu Dakar Edition.
Redactie & samenstelling: Emiel Barendsen, Sonja Heimann en Stan Rijven
MC’s: Stan Rijven en Maite Hontelé
(het verslag vervolgt onder de foto-slide)
1. ‘In Transit’, een overzicht van 15 jaar World Music Forum NL
Sonja Heimann (directeur WMF NL)
World Music Forum NL is in 2006 opgericht naar aanleiding van enkele bijeenkomsten met de sector in het Tropentheater, Amsterdam. Doel van de oprichting was om de sector binnen het muziekveld te profileren en te versterken door o.a. samenwerking en kennis delen. De stichting werkte de eerste jaren zonder enige vorm van financiering, maar is inmiddels uitgegroeid tot een serieus open source-netwerk dat als inspiratiebron dient voor velen. Met veel passie en weinig budget heeft WMF NL over de jaren veel voor elkaar gekregen. Bottom-up groeide er sindsdien een netwerk van zo’n 3.000+ organisaties en geïnteresseerden.
Een overzicht:
Er zijn inmiddels ruim 120 World Blend Café-bijeenkomsten en een tiental expertmeetings georganiseerd; en zijn 160+ showcases en diverse cd-uitgaves (2011, 2016) gerealiseerd. WMF NL stond tevens aan de wieg van de muziek tijdschriften Beyond en Mixed World Music.WMF NL publiceerde het sectoronderzoek ‘Klankrijk & Kansrijk’ (2012) alsook de tweejaarlijkse vervolgmonitor tot en met 2019, en verschenen diverse edities van de Dutch World Directory/ de who is who gids. Dankzij WMF NL is Nederland sinds 2006 met een collectieve stand vertegenwoordigd op diverse muziekbeurzen als Womex, Babel Med (Marseille), JazzAhead (Bremen) en Visa 4 Music (Rabat). Ruim 350 sprekers betraden het podium, vele van de WMF – Spotlight Artists zijn inmiddels doorgebroken in een breder circuit. Heimann stelt dat we ons in een transitionele tijd bevinden. Tegen een achtergrond van permanente verandering en onzekerheid is extra flexibiliteit en samenwerking vereist om continuiteit te waarborgen. WMF NL wil ook in de toekomst blijven aanjagen, stimuleren en verbinden, zowel binnen als buiten het veld. In de expertmeeting van vanmiddag draait het om over wat er voor nu en de toekomst nodig is om de muziek en daarmee de sector te laten floreren. Sonja Heimann spoort iedereen aan om bij de netwerkbijeenkomsten niet alleen te ‘halen’ maar ook te ‘brengen’ – samenwerking staat centraal. Conform het open source principe: “The wisdom of the crowd”.
Lees hier de volledige speech.
2. ‘En verder’, een globale terugblik
Stan Rijven (muziekjournalist, artistiek leider WMF NL)
Aan de hand van dia’s schetst Rijven de voorgeschiedenis van het containerbegrip ‘wereldmuziek’: ”Die muziek is nooit weggeweest maar kreeg midden jaren ‘80 deze nieuwe
verzamelnaam”. Via platenhoezen illustreert hij de verschillende world trends die zich vanaf de 2e Wereld Oorlog in Nederland manifesteerden: “Wie in de jaren ’50 van de vorige eeuw opgroeide met Belafonte, Black Dynamites en Brel hoorde voor het eerst respectievelijk calypso, indorock en chanson. En wie op de muziek van Malando, Mikis en Mirando danste, bewoog voor het eerst op tango, rembetika en czardas”. Het toenmalig muziektijdschrift Tuney Tunes nam in zijn jaarlijkse populariteits poll steevast een Top-5 op voor ‘Haiwaiian ensembles’ en ‘Orkesten in Zuid-Amerikaanse stijl’. Ook de legendarische Philips-serie ‘Song and Sound the World Around’ bracht destijds de wereld dichterbij. Platenlabels zoals Decca zetten buiten Europa opnamestudios op, vooral in havensteden waar- dankzij migranten, merchants, militairen en missionarissen- diverse genres tot nieuwe muziekstijlen creoliseerden. Denk aan Accra (highlife), Buenos Aires (tango), Djakarta (kroncong), Havana (son), Oran (rai) en natuurlijk New Orleans (blues, jazz).
De seawaves van toen transformeerden medio jaren ’80- wegens de enorm toegenomen globalisering- tot de airwaves van vandaag met de wereld zèlf als ‘havenstad’. Gesymboliseerd in de wereldbol die sindsdien opeens in talloze reclame-uitingen opduikt: ‘Proef de wereldzoutjes van Calvé’, ‘United Colours of Benetton’, ‘Heineken all over the world’. Gelijkertijd de periode toen de marketingterm world music door een elftal Britse platenlabels werd gemunt (Londen, 1987). Bedoeld voor de platenbakken als verzamelnaam voor stijlen en genres met een ‘couleur locale’. Vandaag wordt die aanduiding nauwelijks dan wel met tegenzin gebruikt. Ingeruild voor alternatieven als: urbano, tropical, exotica. De Amsterdamse krant Het Parool benoemt alle muziek die niet klassiek, pop, jazz heet simpelweg met ‘En verder’.
Volgens Rijven kunnen we onze eigen wereldmuziek beter als ‘Dutch Delta Sounds’ betitelen. “Nederland: een natte natie waar met behulp van windmolens land aan water werd ontworsteld. Analoog aan de spreekwoordelijke vier wieken kwam hier muziek uit even zoveel windstreken aanwaaien. Wegens ons koloniaal verleden en onze positie als migratieland streken muzikanten uit alle continenten hier neer. Zoals ooit in New Orleans aan de Mississippi, denk aan het ontstaan van jazz en blues, vormde zich aan de Noordzee een muzikaal meerstromenland. Zodoende vormen onze vier grote steden vandaag, met ieder zo’n 180 verschillende nationaliteiten, een Combi-Natie, één grote cosmopolitische klankentuin”. Daar tref je talrijke groepen en ensembles met nieuwe crossovers, Hollandse hybriden. Rijven: “Laten we deze Hollandse hybriden daarom geen worldmusic meer noemen maar- parallel aan de delta blues van de Missippi: Dutch Delta Sounds”.
3. Drie gastsprekers
3.1. Mehdi Maréchal (consulent OP/TIL, Gent)
Maréchal begon zijn presentatie met een citaat van David Byrne: “In my experience, the use of the term world music is a way of dismissing artists or their music as irrelevant to one’s own life. It’s a way of relegating this “thing” into the realm of something exotic and therefore cute, weird but safe, because exotica is beautiful but irrelevant; they are, by definition, not like us.” It groups everything and anything that isn’t “us” into “them.”.
Dit citaat onderstreept de strijd die Maréchal voert tegen het categoriseren van muziek en mensen, want categoriseren geeft de macht om te controleren. Het wordt bovendien steeds problematischer om te categoriseren, de cultuur verandert en evalueert voortdurend. Onze afkomst staat vast, maar onze identiteit wordt gevormd. Navenant heeft het labelen van muziek volgens hem geen meerwaarde.
Wereldmuziekconcerten staan los van de muziek waar deze vandaan komt. Het publiek bestaat vaak uit de blanke middenklasse. De muziek wordt toegankelijk gemaakt voor westerse oren. Maréchal noemt dit ‘wereldmusificatie’, er ontstaan parallelle werelden: muziek voor thuis en muziek voor het westerse publiek. Vaak wordt de muziek ontdekt door westerse producenten, zoals cumbia, dabka en funaná.
Er bestaan nog duidelijk drempels en koudwatervrees bij de programmeurs, wat vooral te maken heeft met smaak en culturele codes. Stel er is een balkanconcert met Roma muzikanten, als het publiek bestaat uit Roma dan ‘zijn ze te luidruchtig’. De Roma in Gent houden sowieso meer van reggaeton, zeker als het gaat om de tweede generatie.
Volgens Maréchal moet de wereldmuzieksector zich herpositioneren vanwege de demografische representatie, zeker wanneer je publieke fondsen ontvangt. De sector moet nieuwe muzikale werelden herkennen en erkennen: “Een wereldmuziekprofessional moet zijn als een cartograaf van gelijkwaardigheid, anders houden we culturele apartheid. Toon lef. Ga partnerschappen aan en geef je eigen agenda op.” Lees hier Mehdi’s statement.
3.2. Arne Dee (onderzoeker en beleidsmedewerker VNPF)
Nederland. Sinds 2003 verzamelt het VNPF (Vereniging van Festivals en Poppodia) data. Bij het VNPF zijn 65 podia en 60 festivals aangesloten. Door de coronapandemie en een opeenstapeling van maatregelen in 2020-2021 kwam er 83% minder publiek. Voor podia en medewerkers viel de schade mee dankzij de staatssteun, maar artiesten en zzp’ers waren wel de dupe. Een deel van die zzp’ers heeft de sector verlaten, daardoor ging er veel expertise verloren. In 2021 is er ook steun gekomen voor de artiesten. Bekijk hier de belangrijkste uitdagingen voor de podia.
Europa. Het VNPF is ook aangesloten bij de Europese branchevereniging die zo’n 3.000 concertzalen monitored. VNPF is een voorbeeld voor veel landen wegens de wijze waarop het via data-verzameling feiten en emoties van elkaar scheidt.
Op de keper beschouwd betekende de afgelopen Covid-periode een rampzalige tijd voor de culturele sector, die tot in 2022 doorwerkt. Allereerst is er sprake van een oververhitte markt: duizenden concerten zijn verplaatst, er is teveel concurrentie in de algemene vrijetijdsbesteding, terwijl er niet meer publiek komt. Verder constateert Dee een verminderde horeca-omzet, een krappe arbeidsmarkt plus hoge werkdruk. Daarnaast zijn er andere crises zoals de stijgende energielasten, en worden de subsidies niet geïndexeerd; wat een verkapte cultuurbezuiniging betekent. In Zuideuropese landen waar zalen merendeels op prive/ commerciële grondslag draaien, dwz afhankelijk van ticketverkoop en bar-omzet, resulteert dat in sluiting en opheffing van podia. In Nederland daarentegen kunnen de meeste podia voortbestaan dankzij hun gemeentelijke- en overheids ondersteuning.
Echter, door gaten in de begroting valt er toch minder geld te besteden en wordt er bezuinigd op risicovolle programmering, personeel en op talentontwikkeling. De toegankelijkheid staat onder druk: voor met name jongeren worden de entreeprijzen en de horeca duurder. Het publiek en het personeel behoeft inclusie en diversiteit. En als er naar de ecologische transitie wordt gekeken kun je je afvragen of de sector nog houdbaar is, aldus Dee.
3.3. Yassine Boussaid (directeur de Meervaart, Amsterdam)
Als geboren en getogen Amsterdammer groeide Boussaid op met de migranten-tv waarop hij de Arabo-Andalusische muziek van zijn ouders leerde kennen. Hij vindt het jammer dat deze programma’s niet meer bestaan. Toen oud-burgemeester Job Cohen trots was op Amsterdam als zijnde de meest diverse stad ter wereld, schaamde Boussaid zich: “Door het vieren van je eigen nationaliteit onderdruk je vanzelf de ander”. Hij riep beleidsmedewerkers dan ook op de wijken in te gaan en te vragen wat zij van diversiteit vinden.
De Meervaart is een plek die Boussaid toegankelijk en betaalbaar wilt houden. Er is geen onderscheid in disciplines: “Het is één cultureel palet, waar iedereen zich wel in kan herkennen”. Hij noemt het “Een microkosmos in hartje west”. Vooral in kwetsbare gebieden is educatie hierbij belangrijk. De Meervaart werkt met muzikanten die lesgeven op conservatoria en muziekscholen. Maar docenten moeten ook erkennen dat er culturele verschillen zijn: “Neem als voorbeeld het verticaal vasthouden van de viool, dat is niet fout maar anders”.
Boussaid pleit ervoor om culturele diversiteit niet weg te zetten als iets exotisch, maar: “Creëer bruggen door bijvoorbeeld een ud-concert in de klassieke programmering te plaatsen waar het hoort. Zo bouw je bruggen. Wees genereus en maak uitwisselingen met andere podia. Het publiek moet dan misschien wat verder weg maar dat komt echt wel af op kwaliteit. Creëer meer ruimte voor de verschillende disciplines en wees trots op 180 nationaliteiten en een miljoen culturen”.
4. Plenaire discussie
4.1. STELLING I. Een lineair herstel post-corona is achterhaald. We gaan niet meer terug naar de voorspoed van 2019. Met de opdoemende onzekerheden en instabiliteit is het lastig functioneren. Zijn we aan het einde van het huidige (groei) model van de podiumkunsten? Is wat we doen nog houdbaar?
Dee: We hebben jaren van groei gehad. Is de markt verzadigd? We zagen een groei van 2000 tot nu en we hebben een gezonde infrastructuur. In andere landen is het veel moeilijker zonder subsidies. Daarentegen is het in Scandinavië weer heel goed geregeld. In Noorwegen krijgt 91% van de leerlingen muziekles. Bij ons is dat andersom. Zo krijg je meer cultuurparticipatie en een gezonde interesse in muziek. Ook wat gender betreft is Scandinavië een voorbeeld. De festivals kennen er al acht jaar een goede gender-balans.
Maréchal: De situatie in België is gelijkwaardig met Nederland. Er bestaat natuurlijk ook nog een afsplitsing in Franstalig, Nederlandstalig en Brussels. Als je niet veel te verliezen hebt, minder afhankelijk bent van subsidies durf je meer. De overheid verwacht van ons dat we bevragen en scherpere keuzes maken.
Hontelé: Maar wat is er bereikt de afgelopen tijd? Dee: Samenwerking is een van de pluspunten. Over het algemeen zijn artiesten niet goed georganiseerd.
Boussaid: We willen niet meer in seizoencycli denken, zo kun je dynamisch zijn en meer op de markt inspelen. Er bestaat geen taboe meer op samenwerkingen. Overigens was de tijd van voor de corona ook utopie. Dee: Er zullen altijd artiesten zijn. Het is gewoon hard werken. Dan is er ook nog de fair-practice code, wat ten koste kan gaan van de mogelijkheden.
Reacties uit de zaal
Esther Gottschalk (Dutch Composers Now): Individuele makers hebben het publiek weten te bereiken met balkonscenes. Er zijn dus ook mogelijkheden om zelf dingen te bedenken om het publiek te bereiken, door kleine gemeenschappen te vormen.
Scott Rollins (platenlabel Otrabanda Records): Er bestaan twee circuits, formeel en informeel. Vooral op het laatste komt veel publiek af. Hoe krijg je dat informele circuit naar de formele de podia? Want zo kun je een ander publiek bereiken. Een mooi voorbeeld is Maqam (satellietpodium van de Meervaart).
Boussaid: Een theater is een kolos van een ding. Maqam is heel flexibel. We zijn platgebeld door artiesten die er wilden spelen. Niet alleen om kwaliteit te leveren maar ook om creatief bezig te zijn. Zo creëer je een omgeving waardoor je tussen formeel en informeel gaat zitten. Er is een radiostation waar de Aziatische cultuur gevierd wordt, het is af en toe wat kitsch maar er zitten ook mooie dingen tussen.
Rijven: In 2012 deed het WMF een sector onderzoek met het rapport Klankrijk & Kansrijk als resultaat. Daaruit blijkt dat er sprake is van een omvangrijk informeel circuit waar een groot nieuw publiek te winnen is. Brengt de VNPF dat ook in kaart? Dee: Nee.
Hontelé: dat zou eigenlijk wel moeten.
Swita Ini: Er is jaren zoveel geld gestopt in steen. Veel zalen verdwenen. Het is een grijs circuit. Elk dorp had wel een theater waar we konden spelen. De marges waren kleiner, maar we hadden plek. Het zou fijn zijn als er wat meer op de korte termijn geboekt kan worden.
Dee: De poppodia werken niet met brochures. Er is nog steeds ruimte, maar je wilt goed geluid en licht. De sector is geprofessionaliseerd. Artiesten klagen dat het steeds duurder wordt. Sommige gemeenten doen nog aan broedplaatsen, die zijn cruciaal voor de onderlaag.
4.2. STELLING II. Het onderscheid tussen genres vervliegt in rap tempo- goed nieuws voor verbreding van het veld. Opheffing van grenzen tussen genres. Mondialisering is een feit. Maar hoe borg je naast succesvolle mainstream een plek voor meer kwetsbare muziek?
Maréchal: We moeten af van labels. Er zijn zoveel culturen naast elkaar die hoeven niet meer genoemd te worden. Vanuit het informele circuit moet er meer ingang komen in het reguliere circuit. Het duurde voor de Marokkaans-Belgische rai-zanger Tiiw Tiiw 2 à 3 jaar om in België geprogrammeerd te worden. Dat iemand zoveel volgers heeft en niet wordt geprogrammeerd is een mis-match met wat er aangeboden wordt en wat er leeft.
Hontelé: we moeten op zoek gaan naar partners.
Boussaid: De vlogger Sluggy speelt alle zalen plat. Ik heb hem een kans geboden om deel uit te maken van het formele circuit. Hij maakt een transitie door van een vlogger op zolder naar het theater. Dit is een nieuwe vorm van emancipatie. Door dit te koppelen aan een officiële brochure, krijg je een win-win situatie. Dat bedoelde ik ook met mijn verhaal. Soms zit er een soort van schaamte, maar hij spreekt beter Nederlands dan de meeste van jullie hier. Het onderscheid tussen de genres vervaagt. Kwetsbare muziek? Je kunt altijd publiek binnen halen als je het in de context plaatst.
Loubna El Boujoufi (programmeur TivoliVredenburg): Het is bekend versus onbekend. Het genre global gaat nu goed omdat we niet gestopt zijn tijdens corona. We hebben grote namen geboekt. Bijvoorbeeld een Turkse artiest die wordt aangevuld met een ander programma. We zijn gestopt met de term wereldmuziek. Je kunt de concerten op verschillende manieren op de site vinden.
Hontelé: moet je het publiek overtuigen?
El Boujoufi: Sluggy is voor het eerst geprogrammeerd voor 1200 Nederlandse Marokkanen. Maar er werden niet de juiste drankjes geserveerd. 90% van de jongerenorganisatie werkt nu bij ons. Daar moet je mensen van overtuigen. Is Cem Adrian wereldmuziek, global of pop? Dee: liever geen genre-onderscheid maken. Urban en rock zijn ook lastige termen. Het doet er ook niet toe. Het zijn bepaalde genres die zich in de hoek laten drukken omdat ze anders zijn. Als er op Lowlands een Nigeriaanse band speelt, is dat op een plek waar iedereen ermee in aanraking kan komen. El Boujoufi: Je moet ook loskomen van wat jij goed vindt! Een enthousiast publiek van 2000 man vindt het fantastisch. Zet dus je witte bril af, ook wat betreft de marketing.
Boussaid: ik wil een pleidooi houden voor traditionele muziek. Soms hoor ik iets te vaak cross-overs die de traditie wegdrukken. Hontelé: De poorten van de Meervaart staan open, geef eens een voorbeeld. Boussaid: Vorige week stond Thijs Borsten er met Desert Blues. Voor Marokkanen is het ook nieuw dat dit puur traditioneel is en uit Marokko komt. Borsten geeft er context aan. Kijk dus breder en wees genereus. Gun de mensen die ook belasting betalen een kaartje. Dee: Het is vaak geen afspiegeling van de samenleving. El Boujoufi: Het zijn inderdaad vaak witte mannen die de programmering bepalen. Uit een soort van White-saviour-syndroom, geef ze een podium want ze zijn zielig. Neem ze serieus.
Maréchal: Witte mannen hebben wel een bepaald nut. Ze kunnen het geld binnenhalen en worden serieus genomen.
Reacties uit de zaal
Ton Guiking (muziekconsulent, flimmaker): Hoe geef je klassieke (wereld) muziek een podium? Dee: Het klassieke muziekpubliek vergrijst, dat blijkt uit alle cijfers.
Hontelé: kwetsbare muziek moet je blijven programmeren.
Pieter Franssen (muziekjournalist): Noem het Global Groove, dat dekt alles, want alles heeft een groove. Sophie Blussé (zakelijk leider Music Meeting): Liever geen nieuwe term.
Guiliana.. : het is een afspiegeling van wat er gaande is. Blank is eigenlijk wit, we veranderen gewoon als maatschappij. Rijven: We zitten in een tussentijd, ikzelf noemde het ooit Globeat als vervanging voor de term wereldmuziek.
Rob Boonzajer Flaes (cultuur adviseur): Klassiek muziek, daar heb ik qua subsidie tegen gestreden. Echte klassieke muziek is een ferm bastion, daarom moet je andere muzieksoorten binnenbrengen die ook als zodanig gezien wordt. Elite moet af en toe met de keukenmeid voor de vermenging.
El Boujoufi: maar nu wordt klassieke muziek ook wakker. De artiesten zeggen nu dat het op hun voorwaarden moet.
Hontelé: We sluiten af. In een volgende meeting komen we terug om het over educatie te hebben. Iedereen bedankt!
5. Concerten WMF- Spotlights 2022/23
Drie veelbelovende Nederlandse acts zijn door een deskundige jury geselecteerd voor de WMF-Spotlight 2022/23. Tijdens het jubileum werden zij gepresenteerd:
5.1. Dareyn
Emine Bostanci- kemenche/Cretan lyra/zang (TR/NL), Maya Fridman- cello/zang (RU/NL), Modar Salama- percussie (SYR/NL)
5.2. SonCe Trio
Cengiz Arslanpay- blaasinstr., synthesizers (TR/NL), Maryanka Golovchenko- zang (UA/NL), Pau Sola Masafrets- cello (Cataluña, SP/NL)
5.3. FaKruTu Dakar Edition
Sean Fasciani- bas (VS/ NL), Stefan Kruger- drums (NL), Oké Sène- percussie (SN/ NL), Bao Sissoko- kora (SN/ NL), Mola Sylla- zang (SN/ NL), Mark Tuinstra- gitaar (NL).
Verslag: Charlie Crooijmans
Foto’s en video’s: Eric van Nieuwland