• 1 december 2016
Er wordt in de culturele sector veel gepraat over diversiteit, maar in de praktijk verandert er te weinig, schrijft Ernestine Comvalius. Lees haar tips om werkelijk te komen tot een drastische cultuuromslag. Want inclusiviteit vraagt om méér dan een paar doekjes voor het bloeden.
De kunstenaar UNOM vatte het debat Cultuur Kapitaal Live, met vertegenwoordigers uit de Tweede Kamer samen in drie woorden: Erkennen, Herkennen en Waarderen. En aan het eind vroeg hij zich af: wanneer wordt de sector wereldwijs? Het debat had als thema: Cultuur van en voor iedereen. Hoe kan cultuur voor iedereen toegankelijk gemaakt worden om zo de culturele kloof tussen verschillende bevolkingsgroepen te dichten?
Ik ben een zwarte vrouw, opgegroeid en gesocialiseerd in Nederland, al meer dan 52 jaar. Opgeleid aan een Nederlandse universiteit en al meer dan 18 jaar werkzaam in de culturele sector. Hopelijk is het te begrijpen dat ik bij het thema diversiteit en toegankelijkheid benieuwd ben naar een nieuw geluid. Want alles is eens gezegd, besproken, geagendeerd, bestudeerd, beschreven, beweerd, aangevallen, ontkend, herontdekt, verpakt in nieuwe terminologie, uitgeprobeerd als er tijdelijk budget voor was, gepubliceerd, stopgezet.
Het aantal conferenties, debatten, seminars over het thema diversiteit en toegankelijkheid is bijna niet te tellen. Het aantal deskundigen met cultureel diverse achtergronden die als sprekers of trainers worden uitgenodigd is bij wijze van spreken op minder dan een halve hand te tellen.
De opgedane kennis leidt in de praktijk niet tot de inclusiviteit waar wij naar streven. Het leidt niet tot meer diversiteit in de besturen, het personeelsbestand, de deelnemers, de programmering. Daar waar er enige stappen worden ondernomen, leidt het niet tot de noodzakelijke cultuuromslag: een inclusieve manier van denken. Daar zit nu de crux. Inclusief betekent niet: eenrichtingsverkeer. Het betekent niet: de minderheid die zich aan de meerderheid aanpast, of de meerderheid die ruimte maakt en mogelijkheden schept zodat de minderheid zich alsnog kan aanpassen aan de meerderheid.
HOE BRENG JE INCLUSIVITEIT IN DE PRAKTIJK?
Bouw een relatie op met een diverse groep kunstenaars
Het Centrum Beeldende Kunst (CBKZO) in Amsterdam Zuidoost is het gelukt om een relatie op te bouwen met een diverse groep kunstenaars. Het lukte om spraakmakende tentoonstellingen te organiseren die steeds meer bezoekers uit de omgeving bereiken. Waarom? Omdat men zich herkent in de thema’s of in de veelkleurigheid van de kunstenaars.
Voorwaarde: je personeelsbestand is een afspiegeling van de stad
De vooruitgang in het Centrum Beeldende Kunst was onmogelijk geweest zonder het daadwerkelijk in praktijk brengen van de keuze voor inclusiviteit en het ruimte bieden aan verschillende perspectieven op kunst. Het personeelsbestand werd veel meer een afspiegeling van de stad. Hierdoor verrijkte het CBKZO zichzelf met nieuwe inzichten, kwaliteiten en netwerken. Gevolg: het werd toegankelijker voor bewoners en andere belangstellenden. Het kan dus wel, maar vraagt om geduldig bouwen. Om erkennen, herkennen en waarderen.
Onderhoud altijd nauw contact met nieuwe initiatieven in de stad
Het Bijlmer Parktheater is gevestigd in Amsterdam Zuidoost. Dit is een stadsdeel met zo’n 90.000 inwoners en meer dan 100 culturen. Ik ben er getuige van specifieke vormen van cultuurparticipatie. Het bloeit er aan eigen initiatieven en groepen waar wij nauwe banden mee onderhouden en die wij begeleiden vanuit het principe erkennen, herkennen en waarderen.
Let vooral ook op jongeren met een bi-culturele achtergrond
Als je nauw contact onderhoudt met de diverse groeperingen in de stad, merk je al snel dat zich een kritische groep jongeren aftekent: Nederlandse jongeren met een bi-culturele achtergrond. Zij vormen de toekomst van de grote steden. Ook voor hen geldt dat zij ontroerd willen worden door de schoonheid van kunst. Ook zij willen vanuit hun diepste kern kunst maken met zeggingskracht, vanuit hun visie en belevingswereld. De gevestigde instellingen willen deze doelgroep graag ook in de zaal, of betrekken bij projecten. Maar hier wordt de kloof zichtbaar tussen de belevingswereld van de jongeren en hetgeen de instellingen uitstralen en het denkkader van waaruit zij werken. Gevolg: het lukt de instellingen niet om het vertrouwen te winnen van die nieuwe doelgroep. Dit brengt mij bij punt 5.
Weet: westerse cultuur is niet superieur
De kloof tussen instellingen en jongeren is niet voor niets zo groot. Kritische jongeren vragen zich af waarom de westerse cultuur superieur zou zijn aan de Afrikaanse culturen, of aan welke andere cultuur dan ook, en gaan op zoek naar hun identiteit en naar de koloniale geschiedenis. Die zaken zijn niet vanzelfsprekend onderwerp van hun geschiedenislessen. Of van CKV-opdrachten.
Ook de opmerking van minister Edith Schippers over de superieure westerse cultuur roept weerstand op. Hoezo liggen de wortels van de filosofie bij de Grieken? Deze jongeren ontdekken waar de Grieken hun wijsheid hebben opgedaan: in Egypte en Ethiopië. Bij zwarte Afrikaanse wijsgeren. Filosofen als Aristoteles en Pythagoras hebben hun ervaringen met de zwarte wijsgeren met ‘wollig’ haar beschreven.
Het narratief kantelt en de jongeren komen erachter dat de ‘superieure’ westerse cultuur de uitspraken negeert van de eigen filosofen. De jongeren worden zich ook bewust van het koloniale verleden waarop de Gouden Eeuw is gebouwd. Van de manier waarop het westen zich de kennis en rijkdom van andere werelddelen heeft toegeëigend. Allemaal kennis die voor de groei en identiteit van de jongeren van belang is. En die zij terug willen zien in kunstuitingen.
TENSLOTTE
Natuurlijk is het geweldig dat het Nationale Toneel het stuk Race van David Mamet op de planken brengt. Het is wel typisch dat de media met geen woord reppen over het feit dat Stichting Julius Leeft van John Leerdam het stuk als eerste, in mei 2015, opvoerde. In de Balie.
Inclusiviteit vraagt om een drastische cultuuromslag en niet een paar doekjes voor het bloeden.
Bijschrift foto: Bijlmer Battle in het Bijlmer Parktheater (foto Sjoerd Antoon Mulder)