(bron: Entertainment business)
Minister Ingrid van Engelshoven heeft maandag een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin kondigt zij een tweede steunpakket aan van 482 miljoen euro voor de culturele en creatieve sector. Dat geld zou in de eerste helft van 2021 ingezet moeten worden en is bedoeld om makers en artiesten aan het werk te houden.
Eerder dit jaar stelde de minister al een pakket samen ter waarde van driehonderd miljoen euro. Dat geld was vooral bedoeld om culturele instellingen overeind te houden. Met het tweede steunpakket wil de bewindsvrouw ervoor zorgen dat er “mooie tentoonstellingen, films en voorstellingen” gemaakt kunnen worden “waar iedereen van kan genieten.”
Minister Van Engelshoven: “Het coronavirus hebben we helaas nog niet onder controle. Ook voor culturele en creatieve instellingen duurt de coronacrisis heel lang. En helaas kwam daar de teleurstelling bij om de deuren weer tijdelijk te sluiten. Juist in deze crisistijd is de culturele en creatieve sector onmisbaar. Een sector die het leven mooier maakt, mensen verbindt en verrast en die aan heel veel mensen werkgelegenheid en inkomen biedt. Het tweede steunpakket is bedoeld om makers zoals regisseurs, scriptschrijvers, acteurs, technici, theatermakers en kunstenaars zoveel mogelijk aan het werk te helpen en te houden. Zodat er in Nederland ook na de crisis een sterke en trotse culturele en creatieve sector staat.”
Verdeling gelden
In de Kamerbrief maakt Van Engelshoven ook inzichtelijk hoe het geld ingezet zal worden. Zo is 200 miljoen euro gereserveerd voor de verlenging van de steunmaatregelen uit het eerste steunpakket. Daarvan zou ongeveer 49,75 miljoen euro naar kunstenaars en creatieve professionals gaan.
Voor de NPO wordt 10 miljoen euro extra uitgetrokken, zodat zij extra zendtijd kunnen creëren voor de culturele sector. Mediacomponist Stephan Emmer riep de NPO eind oktober nog op om meer te doen voor de culturele sector. Met de extra financiële impuls vanuit Den Haag, lijkt de NPO daar meer ruimte voor te krijgen in het komend jaar. De minister noemt de NPO ‘het grootste podium van Nederland’. Hoe de zendtijd wordt ingevuld, moet nog worden ingevuld.
Ook de vrije theaterproducenten kunnen nu rekenen op ondersteuning. Zij kunnen een bedrag van veertig miljoen euro tegemoet zien. Met het bedrag kunnen zij de kosten die zij hebben gemaakt voor geannuleerde voorstellingen en concerten deels compenseren. Wel zouden zij moeten investeren in nieuwe producties voor het culturele seizoen 2021-2022. Het Fonds Podiumkunsten zal zorg gaan dragen voor de verdeling van het geld.
150 miljoen euro naar gemeenten
Een substantieel deel van het steunpakket, 150 miljoen euro, wordt verdeeld onder Nederlandse gemeenten om lokale culturele instellingen te ondersteunen. Dat bedrag komt bovenop de 68 miljoen euro die gemeenten eind augustus al kregen om bibliotheken, muziekscholen en filmhuizen overeind te houden.
Naast het steunpakket kan de sector ook beroep blijven doen op de algemene steunmaatregelen zoals de NOW.