(bron: Kunsten 92)
In verband met zorgwekkende ontwikkelingen in ziekenhuizen en verpleegzorg heeft het Kabinet vanavond tijdens een persconferentie aanvullende maatregelen bekendgemaakt (bovenop het bestaande pakket). Het pakket gaat in op zondag 28 november a.s. om 05.00 uur en duurt tenminste drie weken tot in ieder geval 19 december 2021.
Voor de culturele en creatieve sector komen de maatregelen op het volgende neer:
· De maatregelen die sinds 12 november gelden blijven van kracht. Hier bovenop komen aanvullende beperkingen voor de duur van drie weken. De maatregelen zullen dagelijks worden gemonitord om eventueel sneller een of enkele maatregelen los te laten of aan te scherpen. In ieder geval wordt op 14 december a.s. de situatie opnieuw beoordeeld.
· Er komt een algemene sluitingstijd voor activiteiten met publiek of deelname aan kunstbeoefening van 17.00 uur ’s avonds tot 5.00 uur ’s ochtends. Uitzonderingen hierop zijn de essentiële detailhandel en dienstverlening, die tot 20:00 uur open mogen blijven.
· Professionele werkzaamheden zonder publiek blijven ook na 17.00 uur mogelijk, zoals repeteren, het streamen van voorstellingen en uitvoeringen of het maken van opnames in de studio of op locatie voor audiovisuele producties.
· In aanvulling op de verplichte controle van het Coronatoegangsbewijs (in combinatie met ID) moet óók verplicht 1,5 meter afstand worden gehouden en is placeren verplicht.
· De capaciteit van concertzalen, theaters, bioscopen, filmtheaters, cafés en restaurants gaat terug naar 30%, waarbij de maximumgrootte van een ruimte beperkt blijft tot 1250.
· In doorstroomlocaties zoals musea, monumenten en presentatie-instellingen is maximaal 1 persoon per 5 m2 toegestaan, opdat 1,5 meter afstand kan worden gehouden.
· Bij verplaatsing binnen, ook in doorstroomlocaties, is een mondkapje verplicht.
Het kabinet stelt naast generieke steunpakketten een compensatiepakket in het vooruitzicht voor de getroffen sectoren, dus ook voor cultuur. Steunpakketten lopen in principe door tot einde van dit jaar; een brief over nieuwe steunpakketten wordt begin komende week verwacht. Direct daarna zal het vorige week afgebroken debat over het steunpakket in de Tweede Kamer worden hervat.
Wat betekent dit concreet voor de culturele en creatieve sector?
Een eerste inschatting van de Taskforce culturele en creatieve sector: de verzwaring van de maatregelen heeft grote impact op wat nog wel mogelijk is. Dit betekent dat de meeste programma’s van culturele organisaties en vele evenementen en activiteiten afgelast moeten worden. Activiteiten die overdag nog wel kunnen plaatsvinden zullen verlieslatend zijn, omdat de kosten gelijk blijven terwijl de publiekscapaciteit en daarmee de inkomsten met 70% afnemen. Op het gebied van cultuureducatie en amateurkunst, zal alles wat buiten school plaatsvindt beperkt door kunnen gaan. Podia en producenten die programmeren zonder zitplaats, de festival- en evenementenbranche, en dj’s en artiesten die spelen in clubs, op feesten en in het horeca-circuit hebben geen enkel perspectief.
De zorgwekkende coronasituatie leidt tot een groot aantal problemen in de culturele en creatieve sector. Veel organisaties, bedrijven, kunstenaars, artiesten, zzp’ers, flexwerkers en toeleveranciers kampen met enorm inkomensverlies. Over de hele sector is er vanwege de angst voor de toenemende besmettingen veel minder publiek en veel no show. Musea en presentatie-instellingen zien de terugval in bezoekersaantallen nog minder snel herstellen. Reisbeperkingen maken het werk deels onmogelijk en er zijn veel afzeggingen vanuit opdrachtgevers, klanten en uitvoerders en de zakelijke markt. Tenslotte komen producties stil te liggen door besmettingen onder het personeel.
100 % compensatie nodig
De maatregelen maken rendabel programmeren en presenteren feitelijk onmogelijk en hebben dermate grote gevolgen dat 100% compensatie voor de culturele en creatieve sector noodzakelijk is. De compensatie die nodig is betreft niet alleen de inkomstenverliezen doordat avondactiviteiten niet door kunnen gaan, maar ook de inkomstenverliezen die worden geleden vanwege de beperkte maximale capaciteit van 30% overdag, de beperkingen in doorstroomcapaciteit en de vele annuleringen van boekingen en al geplaatste opties.
Benodigd steunpakket
De Taskforce culturele en creatieve sector doet een dringend beroep op het Kabinet om werkenden én instellingen in de culturele en creatieve sector te steunen op in ieder geval de volgende manieren:
Generiek:
· Herinvoeren NOW met terugwerkende kracht voor het vierde kwartaal 2021, en (minimaal) het eerste kwartaal 2020. NOW openstellen voor kosten inhuur freelancers.
· Verhoging compensatiepercentage TVL van 85% naar 100%. Verhoging staatssteuncapaciteit. Voortzetten TVL in (minimaal) het eerste kwartaal 2022. Met het oog op kleinbedrijf: loslaten vereiste van en gescheiden privéadres en vestigingsadres.
· Herinvoeren TOZO en TONK, voor vierde kwartaal 2021 en (minimaal) eerste kwartaal 2020, waarbij de partnertoets en vermogenstoets worden losgelaten, net als verrekening achteraf met eigen inkomsten tot een bepaald maximum.
Specifiek:
· 100% compensatie van (verwachte) inkomstenderving van culturele en creatieve bedrijven met borging op doorbetaling in de keten.
· Garantieregelingen voor vrije theaterproducenten en voor audiovisuele producties om onvoorziene extra kosten te dekken als gevolg van de pandemie en daarmee samenhangende overheidsmaatregelen.
· Verbreding van toegang tot (en daarmee verhoging van) de Suppletieregeling (evenementen, theaters, bioscopen, filmtheaters etc.) ter compensatie van derving kaartverkoop.
· Corona opdracht compensatieregeling (vangnetregeling) voor zzp’ers en flexwerkers die verlies lijden door annuleringen waarbij de schade niet via organisaties of andere regelingen gecompenseerd wordt.
Nu het, helaas, onvermijdelijk is om over te gaan tot nieuwe steunpakketten gaat de taskforce in gesprek met het kabinet over uitwerking van de steunregeling voor de sector ter hoogte van €68 miljoen (zoals op vrijdag 26 november aangekondigd), maar ook over overige pakketten, zoals de €51,1 miljoen voor gemeenten, én het bereik van generieke inkomensondersteuning. Dit om ervoor te zorgen dat deze steunmiddelen goed te kunnen landen bij getroffen organisaties en ook terechtkomen bij werkenden. Ervaringen die zijn opgedaan met eerdere steunpakketten, zowel van de Rijksoverheid, fondsen als gemeenten en provincies, bieden houvast om de nieuwe steunpakketten scherper te maken.