Eurosonic Noorderslag- 14/16 januari 2016- Groningen

  1. inleiding
  2. kleur bekennen, zo doe je dat
  3. samenvatting keynote
  4. samenvatting panel discussie

Inleiding

Met het panel ‘Kleur bekennen, zo doe je dat’ debuteerde World Music Forum NL op de 30e editie van Eurosonic Noorderslag met de vraag:“Dat Nederland verandert klinkt als een open deur, maar hoe open staan onze popzaaldeuren voor die verandering?”.

Circus
Tijdens deze vierdaagse pendelen duizenden fans, programmeurs en journalisten door de Groningse binnenstad. In tientallen café’s, clubs en kerken treedt hier aanstormend poptalent uit heel Europa op. Zaterdagavond krijgt ‘uitsluitend Nederlandse waar’ alle ruimte tijdens de Noorderslag in de Oosterpoort.

Overdag zoemen er daaglijks 3500 conferentiebezoekers door het gonzende gebouw, op weg naar een afspraak of een van de 150 panels. Tezamen goed voor een circus waar money boven music domineert getuige titels als ‘Van talent-ontwikkeling naar de markt’, ‘The music industry trend update’ en ‘Youth & the future of the music industry’.

Sfeerbeeld_Conference_DeOosterpoort_20160114_RichardTas_1302

Vijver
In plaats van ‘Kleur bekennen, zo doe je dat’ had het WMF-panel ook ‘De vis kent het water niet’ kunnen heten. De meeste conferentiebezoekers zwemmen min of meer in dezelfde vijver, in vertrouwd anglo-amerikaans water waar de zoveelste retro-variant ‘vernieuwing’ heet en gitaarbandjes de dienst uitmaken.

Afwijkende ritmes, buitenissige instrumenten of andere dan Engelstalige lyrics zul je er nauwelijks horen. Met uitzondering van de Sranan Gowtu-artiesten die zaterdagavond op het hoofdpodium een medley van Surinaams/ Nederlandse pop brengen. Echter, binnen korte tijd loopt bij hen de zaal half leeg wegens “Te veel negermuziek”, aldus een wegloper. Daarmee verkleurt Eurosonic Noorderslag tot een wel heel witte barometer van het Nederlandse popklimaat.

Dit alles nog los van de vraag naar het ‘euro-gehalte’ van dit festival. De Europese verscheidenheid blijkt in Groningen grotendeels gereduceerd tot bands die geografisch uiteenlopen, maar muzikaal overlopen van het anglo-amerikaanse idioom. Hoe deze mono-cultuur te doorbreken? Bijvoorbeeld met een panel bestaande uit sleutelfiguren in de programmering van pop- en worldconcerten.

WMFNL presenteerde zich met de volgende aankondiging: 

  1. ‘Kleur bekennen, zo doe je dat’

Dat Nederland verandert klinkt als een open deur, maar hoe open staan onze popzaaldeuren voor die verandering? Quizvraag: waarom komt het Glazen Huis voorlopig niet naar Rotterdam? 

Figures. In Nederland is culturele diversiteit mainstream en geen niche. 1/5 van de Nederlandse bevolking bestaat uit allochtonen, 1/3 van de grote steden is van niet-westerse komaf, de helft van de grootstedelijke jeugd bestaat uit niet-westerse allochtonen (bron: CBS).

Fiction. Zo’n bont gekleurd cultuurpalet weerspiegelt zich in een breder geschakeerde muziekprogrammering. Dus ook in de (met publieke gelden ondersteunde) media en op de (met publieke gelden ondersteunde) poppodia, zou je denken.

Facts. Echter, via ‘Hilversum’ luisteren we in stereo maar ontvangen een mono (dwz anglo-amerikaans) geluid; kijken we kleuren-tv maar ontvangen een zelfde z/w-beeld. En op de officiële poppodia? Ook daar wordt kleur bekend, oftewel andere dan anglo-amerikaanse muziek grotendeels genegeerd.

Future. Bevolkingsstatistieken dwingen tot verandering. Programmeurs spelen hierop in en boren nieuwe publieksgroepen aan. Maar: hoe doe je dat, wat zijn de do’s en don’ts? Bij veel programmeurs ontbreekt de kennis over niet-westerse pop, hoe kun je die stimuleren? Wat zijn de obstakels en mogelijkheden om niet-westerse muziek ‘slots’ bij podia en festivals in te plannen?

Feed. Een panel met vijf ervaringsdeskundigen plus een keynote speaker die de quizvraag beantwoordt.

Panelleden

Voorafgegaan door een keynote van René Romer (Transcity- Diversity & Community Marketing- www.transcity.biz) die de context schetst, leidt Stan Rijven (popjournalist, World Music Forum NL) de discussie met de volgende panel-leden:

Ivette Forster (529 Media Productions, Kwaku Festival, Keti Koti)
Johan Gijsen (Le Guess Who, Into the Great Wide Open, Tivoli/Vredenburg)
Ronald Keizer (BLiP Agency, voorheen Boosty Music)
Serdar Manavoglu (Paradiso, Stichting Pera)
Andries van Wieren (3S Music) 

  1. Samenvatting keynote door René Romer: ´Leven in een blanke wereld´ (voor volledige weergave, zie bijlage)

Aan de hand van gecorrigeerde CBS-cijfers illustreert René Romer hoe we mogelijk “Stap voor stap groeien naar een bevolking waarvan zeker de helft geen volledig Nederlandse etniciteit heeft”. Het maatschappelijk debat over de geringe representativiteit van Nederlanders met buitenlandse wortels op talloze maatschappelijke terreinen verandert maar “Met hun gevoelens en belevingswereld wordt geen rekening gehouden”.

Ook de programmering van de meeste festivals, poppodia en publieke omroep in Nederland wordt volgens hem ontwikkeld vanuit een ´witte´ belevingswereld.

Publieke omroep

Roemer haalt rapper Fresku aan die niet voor niets klaagt dat hij “Moet klinken als een witte man om op de radio te worden gedraaid”. Met betrekking tot televisie noemt hij De Wereld Draait Door als voorbeeld: “De praktijk is dat de redactie alleen ´zwarte´ artiesten uitnodigt wanneer ze in de ´witte´ belevingswereld van henzelf passen”. Succesvolle popmusici die buiten deze kaders vallen “Worden niet ´begrepen´: de belevingswereld van de gemixte samenleving zélf is voor de DWDD-redactie immers minder relevant”. Roemer schreef daarover al in de Volkskrant het opinie-stuk: ´Alleen witte mensen weten wat goede zwarte muziek is.´ Ter onderstreping quote hij de Belgische schrijver David van Reybrouck: “De mentale dekolonisatie van Nederland heeft nog niet plaatsgevonden”.

Kansen

Dat het debat hierover nu pas is losgebarsten ligt volgens Romer aan de stijging van het opleidingsniveau van Nederlanders met van oorsprong buitenlandse roots: “Gebrek aan representativiteit, op welk gebied ook, wordt door hen steeds minder geaccepteerd”. Gelijktertijd signaleert Romer dat er kansen worden gemist: “Incidenteel zien we nu wat er kán gebeuren als er wél op die gemixte belevingswereld wordt ingespeeld”. Zoals het succes van comedian Jandino Asporaat, het aantal YouTube-views van zijn tv-shows is de 60 miljoen ruim gepasseerd. “Zijn speelfilm ‘Bon Bini Holland’ trok binnen een maand 400.000 bezoekers omdat hij jongeren uit de gemixte samenleving trekt die “Door veel programmamakers, marketeers, podium programmeurs en andere maatschappelijke actoren nog worden beschouwd als mensen van een andere planeet”.

Oplossingen

Romer beschouwt grote commerciële bedrijven als potentiële sponsors van popfestivals en poppodia: “Zij zien dat gemixte doelgroepen wel degelijk belangrijker worden, ook al schreeuwen zij dit nog niet van de daken”. Daarbij refereert hij aan Fastfood-keten Subway met verschillende halal-vestigingen in Nederland; aan Albert Heijn, Jumbo, Aldi, Hema, McDonald´s: “Enkele van de vele merken die lokaal inspelen op de ramadan”. Ook wijst hij op het groeiend aantal bedrijven dat zich in Nederland exclusief of grotendeels richt op de gemixte samenleving: “Denk aan Lebara, Telesur, Western Union, MoneyGram”. Daarin schuilt gelijkertijd gevaar.

Parallelle samenlevingen

Buitenlandse bedrijven als Lebara en Western Union zijn juist succesvol omdat: “Hun Nederlandse concurrenten onvoldoende op onze gemixte samenleving inspelen. Het gevolg daarvan is wél dat we gezamenlijk bezig zijn met het creëren van parallelle samenlevingen”. Zoals bij muziekfestivals en poppodia: “Wanneer evenementen als Pinkpop, Lowlands, en (inderdaad) Eurosonic Noorderslag grotendeels vanuit een witte belevingswereld blijven programmeren, zullen er vanuit de gemixte samenleving zélf steeds vaker initiatieven komen om het heft in eigen hand te nemen” aldus Romer. Hij refereert aan internationale grote acts als Kassav´, P-Square en Elvis Crespo die afgelopen jaren op grote Nederlandse podia stonden, georganiseerd door “Mensen die zelf onderdeel uitmaken van de multiculturele samenleving”.

Conclusie

Zolang festivals en poppodia hun huidige koers vervolgen- lees programmeren vanuit de eigen witte belevingswereld- zullen ze meer concurrentie ondervinden. Daarmee “Helpen ze ook mee aan het bouwen van door velen als ongewenst beschouwde parallelle, dus naast elkaar bestaande, samenlevingen. Laten we hopen dat 2016 het jaar wordt waarin de eerste stappen worden gezet om dat laatste te voorkomen” besluit Romer

  1. Samenvatting panel discussie

Ivette Forster (IF), Johan Gijsen (JG), Ronald Keizer (RK), Serdar Manavoglu (SM), Andries van Wieren (AvW), Stan Rijven (SR).

Panel-reacties op de keynote van Romer

Het panel onderkent het ontstaan van parallelle samenlevingen als een probleem.

– AvW “Tenzij we gezamenlijk op één lijn komen”. Met bands als Yacumo en de Amsterdam Klezmer Band probeert hij via 3S Music daar wat aan te doen.

– IF ziet het aanstormend talent dat Kwaku jaarlijks presenteert nauwelijks terug op de mainstream festivals. Ook andersom. Behalve Sranan Gowtu dat als een van de hoofdacts in Groningen optreedt, veroorzaakt Eurosonic Noorderslag bij haar kortsluiting in plaats van aansluiting: “Als ik hier rondloop herken ik nauwelijks bands of acts die op Kwaku geprogrammeerd zouden kunnen worden”.

– JG beschouwt “De Nederlandse popmuziek industrie als een blank clubje”. Een worsteling, omdat hij juist wel probeert om “niet-westerse muziek op een nieuwe manier te vertonen”. Overigens constateert hij een groot verschil tussen “Het presenteren van niet-westerse pop en het bereiken van gekleurde mensen”.

– RK geeft JG gelijk. Met zijn bands werkt hij niet alleen in Nederland maar ook veel in het buitenland “Er zijn veel Europese landen waar het beter gaat” en waar “De media niet zozeer in hokjes denken”. Zoals in Frankrijk: “Clubshows zijn er stijf uitverkocht: “Dan word je gedraaid op FIP Radio en Radio Nova”. Ook in Engeland heeft RK goede ervaringen zoals met BBC-dj Giles Peterson.

– SM schuwt het hokjes denken “Ik ga geen stichting oprichten als Turk voor Turken”. In Paradiso richt hij zich op hedendaagse muziek uit Istanbul, de Balkan en het Midden Oosten: “Dan pas kun je een breder publiek bereiken”.

Hoe een wit publiek te interesseren voor niet-westerse muziek?

Le Guess Who

JG vindt het eenvoudiger om wit publiek te trekken dan andersom: “Wij zijn als blanke mensen best wel geïnteresseerd in de herkomst van niet-westerse muziek. Maar de mensen uit die gemeenschappen die in Nederland wonen willen gewoon popartiesten van nú uit bv Ethiopië of Suriname horen, niet de traditionele muziek”. Met Le Guess Who ontwikkelde JG een format waarin dit probleem grotendeels wordt opgelost. Het staat als popfestival te boek maar omspant als wijdse waaier veel meer: “Dat doen we juist heel bewust. We proberen- ik mag het zo niet noemen van de fondsen- de kwetsbare muziek, wat vaak de moderne gecomponeerde en de niet-westerse-muziek is, op een popmanier te presenteren”. Een prominent podium is essentieel. Daarom kritiseert JG andere festivals die “Ergens linksachter op het festivalterrein een worldmusic stage hebben”. Hij pleit voor integratie “In de rode lijnen die je in je festival hebt” zoals de programmering van de Afrikaanse band Orchestre Poly-Rythmo de Cotonou tussen pop-act Destroyer en jazz-act Kamazi Wahington. Selda Bagçan, een Turkse protestzangeres uit de jrn 60 “Hebben we bewust in de Ronda- onze grootste zaal- als afsluiter neergezet”. Daarom heen programmeerde hij Amerikaanse artiesten als Tune-Yards en St Vincent “Waarvan we wisten dat ze fan waren van Selda, zij bedienden heel erg hun Amerikaanse blogs”. Daarnaast activeerde hij via Turkse restaurants de Alavitische gemeenschap waar Selda toe behoort. Resultaat? “1800 mensen, waarvan zo’n 400 uit de Turkse gemeenschap!”.

Media

RK hecht aan het belang van de media om een wit publiek te bereiken. Hij benadrukt nogmaals het verschil tussen hier en daar: ”Als je met een bepaalde act bij 3FM of voorheen Radio 6 kwam was het heel moeilijk aan de bak te komen”. In Frankrijk word je daarentegen ‘met open armen ontvangen’: “Je krijgt weken van tevoren airplay, hoeft er niet voor te betalen, het gebeurt gewoon uit interesse”. Reden? “De events zijn er heel erg gemengd, we staan er net zo makkelijk tussen St.Vincent of de XX maar ook tussen lokale afro bands of acts die niet-westerse popmuziek spelen”.

Klezmer

AvW kan het beamen: “Met de Amsterdam Klezmer Band is het vrij makkelijk om in Frankrijk een radio optreden te krijgen”. Ze spelen voor fans die veel vanzelfsprekender naar clubs gaan. In Nederland zijn ze gestopt met uit te leggen wat ‘klezmer’ is omdat ze daarmee een ouder theaterpubliek zouden trekken. “We doen straks elf shows in de clubs, ik durf te wedden dat 95% van de zaal niet weet wat klezmer is. Ze gaan gewoon naar de AKB”.

Turkish techno

SR: Geen Turkse pop maar Pera Club, geen Turkish techno maar Pink Istanbul. Is dat de manier om mensen binnen te halen, door het indirect te benoemen?

SM: “Ik richt me op het hedendaags muziekaanbod van dance en electronische muziek uit Istanbul. Of dat nou Turks is of niet, house is house”. Bovendien, omdat het concept van Pink Istanbul al bekend is “Hoef je daar niet iets onder te plakken”.

Ook al programmeert hij voor Paradiso, SM heeft moeite om wit publiek binnen te krijgen. Daarom werkt een ‘Turkse band’ of ‘Turkse singer-songwriter’ niet, wel “Een jonge singer-songwriter die Engels of Turkstalig zingt”. Bij electronische muziek ligt het minder zwart/wit, dan introduceert hij een Turkse deejay “In een programma met mainstream namen die het witte publiek in Nederland wel kent”.

Kwaku

SR: Hoe betrek je een wit publiek, terwijl je als Kwaku een gekleurd festival bent?

Kwaku gaat uit van de vaste zwarte bezoekers die in hun kielzog een wit publiek meenemen. “Dat heeft met name te maken met grote hiphop artiesten van Top Notch zoals Ronnie Flex en Boko Sam, die trekken een jong wit publiek. Mensen zitten niet te wachten op wereldmuziek die uitgaat van de traditie van die landen”. Naast een ‘global urban sound’ programmeert Kwaku “Voor 40 plus mensen, dat zijn de traditionele Surinaamse dansbandjes”. FunX is vaste mediapartner “We weten dat Fun X een groot deel van onze doelgroep aanspreekt en dat is ook het station waarop wij adverteren. En verder op nog wat lokale stations maar daar luisteren eigenlijk meer de oudere mensen naar”.

Hoe bereik je nieuwe publieksgroepen?

Social media

AvW merkt dat steeds meer doelgroepen de gangbare PR niet meer benutten: “Die gaan niet naar websites en kijken niet naar posters”. Zijn management reageert op elke post op social media: “De ticket sales gaan dan direct omhoog wegens promotie binnen de eigen groep”. Als voorbeeld noemt hij het Psy-Fi Festival in Leeuwarden dat zonder publiciteit 15.000 bezoekers uit heel Europa trekt: “Dat betekent dat er qua marketing iets speciaals aan de hand is”. IF pleit ook voor een benadering via de nieuwe media: ”Je moet in de haarvaten van de samenleving zitten”.

Nieuw format

RK is nauw betrokken bij Ticket To The Tropics, een nieuw laagdrempelig format: “Komend jaar organiseren we concerten in alle zalen die Paradiso in Amsterdam beheert. Dan kun je met een pasje van 40 euro tien concerten bezoeken van topacts als bassist Richard Bona en het albumrelease-feest van Jungle By Night. We drukken er geen speciaal stempel op, zo van ‘Die band komt daar of daar vandaan’ maar van ‘Dit is heel toffe dub, en komt toevallig uit Ghana’. Er gebeurt ook veel positiefs”.

Dance circuit

Daarnaast is RK in het dance circuit actief: “We werken met jonge promotors zoals Dansez Dansez, een clubje deejays met hun roots toevallig ergens anders. Zij weten heel goed die doelgroep te bereiken”.

IF: “Je moet met feest-concepten zoals Jamrock, Encore en Vunzige Deuntjes werken omdat zij de weg kennen naar die doelgroep. Dat doen we ook met Kwakoe”.

Holland Festival

SM werkte vorig jaar samen met het Holland Festival waar Turkije onderdeel was van de programmering: “Ik zeg maar waar het op staat: ze hadden geen idee wat ze moesten doen. Uiteindelijk hebben we in Carré een programma gedaan waarvan de media vanaf het begin al zeiden ‘Is dit nog Holland Festival, moet dat wel?’ Het was traditioneel, heel vrij en folkloristisch, neigend naar politiek met daar binnen nog wat pop”. De zaal was direct uitverkocht: “Het was fantastisch om te zien dat ING-directeuren in dezelfde rij zaten naast vrouwen-met-hoofddoek die nog nooit in Carré waren geweest”. SM programmeert al negen jaar Turkse acts maar “Het is me nog nooit gelukt om met één van mijn artiesten in de Nederlandse dagbladen te komen. Terwijl ik alle namen die er stonden al een paar keer in Paradiso heb gehad”.

Zaal reacties

Agnes Salverda (voorheen programmeur van Paradiso en Oerol Festival):
“Of het nu om interessante popmuziek uit Ghana, De Balkan, Ethiopië of Zuid-Amerika gaat, van het clubcircuit mag je zo langzamerhand verwachten dat ze er niet-westerse popmuziek, zonder die als zodanig te benoemen, niet meer categoriaal programmeren”. Het moet vanzelfsprekend zijn daar publiek voor te vinden, ook al verkoopt het niet meteen uit: “Grote popzalen als Paradiso en Melkweg moeten de winsten van grote popconcerten niet alleen steken in aanstormend wit talent, de anglo-amerikaanse bandjes, maar juist ook in popmuziek van all over the world”.

Dieter van der Westen (gitarist van de Nederlands-Marokkaanse band Kasba): Hij merkt dat het de laatste jaren moeilijker is geworden om op festivals en in het popcircuit te spelen: “Voor podia die net met niet-westerse muziek beginnen kan dat onzeker zijn. Ze weten niet of ze 100 of 500 mensen binnen halen. Gaat het een keer goed dan komt er een vervolg, komen er maar 100 bezoekers opdagen dan stoppen ze er mee. Het is iets wat je structureel moet doorzetten”.

Panel

Volgens RK hangt het mede van de marketing af: “Als je niet zeker weet dat je een doelgroep voor een bepaalde plek hebt, waarom zou je daar überhaupt gaan spelen als je er geen platen verkoopt en geen achterban hebt? Dan kan je de schuld wel bij een podium leggen, het hangt ook erg af van hoe je een bepaalde doelgroep benadert”.

IF: “Het hoeft geen experiment te zijn, er is gewoon een doelgroep die bepaalde popmuziek interessant vindt. Poppodia hoeven niet bang te zijn om niet-westerse muziek te programmeren. Die mensen komen echt wel, als je ze weet te vinden”.

Giel Beelen (deejay 3 FM):“Ik vind het een heel interessante discussie maar tegelijkertijd snap ik ook niet helemaal de angst of het gevaar van parallelle werelden. Want is het niet zo dat ongeacht kleur maar gewoon in genre er altijd verschillen zijn van mensen die graag naar een bepaald station luisteren of naar een bepaald concert gaan. Ik zou heel graag ook de mix zien maar ik ben benieuwd wat de insteek is om bepaalde acts te draaien op 3FM. Is dat om witte mensen te confronteren met niet-westerse muziek of is het de bedoeling om een hoop mensen nieuw naar 3FM te krijgen? Want dat laatste betwijfel ik heel erg gezien gewoon het mediagebruik van een grote groep inwoners”.

Panel

RK: Dat ben ik wel met je eens. De publieke omroepen hebben natuurlijk voorheen Radio 6 gehad, en die hebben nu nog steeds FunX. Idealiter had ik graag gezien dat die twee waren gefuseerd naar een nieuw station, want 3FM heeft gewoon een hele andere doelgroep. Dan heeft het niet veel zin om Angolese hiphop of Turkse funk of weet ik veel wat aan te bieden. Dat is niet de doelgroep, die zit wel bij FunX en zat ook bij Radio 6”. IF: “Ik ben het er ook mee eens. Als wij willen adverteren moeten wij bij FunX zijn. Ze luisteren daar massaal naar. Er is niks op tegen om die zogenaamde parallelle werelden te hebben”. SM: “Ik ben het er ook wel mee eens, maar vind wel dat je Turkse funk overal kunt draaien!”.

Mira Driessen (HKU): Zij vindt dat je de community voor niet-westerse muziek via de straat moet verbreden en ziet een parallel met de opkomst van de dance: “Daar waar je eigenlijk bij wilt zijn maar op straat van moet hebben gehoord via anderen”. En: “Ga op straat terug naar de ambassadeurs, dat is de enige key, dan komen de social media vanzelf”.

Panel

JG: “Als je metalconcerten organiseert moet je zorgen dat je mensen op straat hebt die verkondigen dat er toffe metalconcerten aankomen. Zo heb je voor ieder genre je ambassadeurs en netwerken”.

Quizvraag: waarom komt het Glazen Huis voorlopig niet naar Rotterdam?

René Romer zat in de commissie Fondsenwerving van het Nederlandse Rode Kruis: “Zo kwamen daar met enige regelmaat de kandidaatsteden voor het Glazen Huis langs. Een aantal jaren geleden bleek dat ook Rotterdam zich had aangemeld. De discussie ging toen over de vraag ‘Is Rotterdam wel geschikt als stad om het Glazen Huis te organiseren?’ omdat die stad zo ongelofelijk gemixed is qua bevolkings samenstelling dat 3FM- voor zover tot dat moment bekend- daar relatief gezien minder luisteraars had. Vanuit die overweging is dat een verstandige keus. Die discussie is gevoerd, dat is vervolgens meegegeven aan de persoon die dat met 3FM ging bespreken. Wat er vervolgens mee gebeurd is weet ik niet. Dat is het verhaal”.

Giel Beelen: “Ik hoor dit voor het eerst. Vind het een uitstekend idee dat het Glazen Huis niet in Rotterdam staat, zoals het Glazen Huis ook niet in Amsterdam moet staan. Het Glazen Huis hoort niet te staan in een wereldstad. Doodeenvoudig omdat de mensen daar dusdanig arrogant zijn dat ze niet op of om kijken dat er een Glazen Huis staat. Dat heeft die reden, je moet wel een beetje talk of the town zijn. Dat vind ik een uitstekend idee, los van het feit dat je misschien wel heel veel geld kunt binnenhalen met de handel in Rotterdam, meer dan in Amsterdam denk ik. Maar wat mij betreft zou dat meer de afweging zijn”.

Verslag- Stan Rijven