Amersfoort Jazz & Township Jive – ‘De stad als podium’

Tijdens Amersfoort Jazz transformeerde de Amersfoortse binnenstad van 27- 29 mei tot één groot podium om zo’n zestig jazz- en world concerten te hosten, met Zuid-Afrika als focusland. Parallel liep er een conferentie met het doel een Global Jazz Network op te richten en de onderlinge uitwisseling van nationaal toptalent te bevorderen. De resultaten werden zaterdagmiddag tijdens een druk bezocht World Blend Cafe besproken. Focusland Zuid-Afrika kwam daarna in 3-voud aan bod met de presentatie van een fotoboek, een kwela-compilatie en de showcase van Shishani.

(klik op foto om door het fotoverslag te bladeren)
Amersfoort Jazz

Panel discussie olv moderator Stan Rijven met:
1. Karendra Devroop (UNISA Music Foundation- Pretoria, ZA)
2. Alexander Beets (directeur Amersfoort Jazz- NL)
3. Mantwa Chinoamadi (Joy of Jazz Festival- Johannesburg, ZA)
4. Laurent Sprooten (Music Meeting- Nijmegen, NL)
5. Javier Losada (JazzEñe- Madrid, SP)

1.1. Karendra Devroop – University of South Africa (UNISA) Music Foundation
In Zuid-Afrika beheert Karendra (speelt ook saxofoon) de muziekafdeling van de University of South Africa (UNISA) met een totaal van 400.000 studenten.
Er worden grote projecten bedacht, zoals internationale competities in diverse genres, concertseries, internationale artiesten, examens en uitwisselingen. Alexander Beets en hij hebben elkaar 3 à 4 jaar geleden ontmoet op een jazzfestival waar ze hebben gesproken over een uitwisseling tussen Nederland en Zuid-Afrika (ZA). Vandaag spelen er negen artiesten op Amersfoort Jazz. Andersom zijn Nederlandse muzikanten naar ZA gegaan om te spelen en workshops te geven. Om dat voor elkaar te krijgen hebben ze partners en investeerders gezocht.

SR: “Hoe gaat de UNISA te werk?”
KD: “Gezien onze geschiedenis in ZA is er een grote groep, bijv. uit de sloppenwijken, die nauwelijks toegang heeft tot muziek. We organiseren voor hen allerlei projecten. We betrekken ze bij onze orkesten, ze gaan naar de universiteit, en we creëren mogelijkheden voor ze om te kunnen toeren door het land. Zodra ze zijn aangenomen voorzien we ze van allerlei faciliteiten en hebben ze ook toegang tot de competities.”

SR: “Deze dagen vond er een conferentie plaats over een op te richten Global Jazz Network, hoe klinkt dat voor u?”
KD: “Voor ons is dat heel spannend. ZA is geïsoleerd t.o.v Europa. Zuid-Afrikaanse jazzmuzikanten hebben de afgelopen 60 jaar in NL opgetreden, waaronder Abdullah Ibrahim. Uit Nederland zijn gekomen: Paul van Kemenade, Artvark, Mike del Ferro. Er vinden dus uitwisselingen plaats maar dat is alleen nog maar met Nederland. We willen graag andere landen erbij betrekken. ZA kent een groeiend netwerk van organisaties die tot voor kort niet met elkaar praatten.”

SR: “Hoe zit het met de uitwisseling van jonge talenten/laureaten?”
KD: “We hebben een prestigieuze pianocompetitie en we proberen onze laureaten op de internationale podia te krijgen. Zo heb ik met Rob Hilberink van het internationale Franz Liszt Pianoconcours een uitwisseling georganiseerd. Dit willen we graag uitbreiden. Er is blijkbaar een wederzijdse aantrekkingskracht met Nederland, maar we willen dat onze laureaten in zoveel mogelijk landen komen te spelen. Een internationaal netwerk kan daarbij helpen.”

Zaal reactie- Saskia de Laroo (jazz trompettiste):
“Ik vind het spannend dat de Dutch Jazz competitie door Alexander Beets wordt georganiseerd in ZA, kunt u daar iets over zeggen?”
KD: “U kent de uitdrukking vast wel: All great things starts from one simple idea. En dat is precies wat er is gebeurd. Het begon toen Alexander Beets en ik elkaar ontmoetten op een jazzfestival. Praten is goed, maar je moet er ook iets mee doen. We hebben een selectie panel opgesteld in NL en in ZA en gezegd ‘alles wat jullie nodig hebben (vluchten, accommodatie) gaan wij ook aanvragen’. We hebben gezocht naar sponsoren. Het is een goede deal, want het gaat niet om geld maar om wat de artiesten ervaren. Wij in ZA leren hier heel veel van. De muziekindustrie van ZA is nog jong en in ontwikkeling.”

1.2. Alexander Beets – Amersfoort Jazz
SR: “Wat is de gedachte achter het Global Jazz Network?”
AB: “Hoe kun je festivals internationaal samen laten werken, en exceptioneel talent uitwisselen? Begin je een megastructuur met een bestuur en allerhande formaliteiten, of houden we het klein en simpel? Nu met ZA is het bilateraal, maar we kunnen het multilateraal maken. Er is dit jaar ook een Spaanse delegatie aanwezig, omdat Spanje volgend jaar het focusland wordt. Amersfoort Festival en stichting Jazz.nl werken nauw samen met SENA en BUMA die het mogelijk maken om dit soort uitwisselingen voor elkaar te krijgen. Dit model presenteren we in andere landen, met de vraag of dit hier ook mogelijk is. Het tweede deel gaat over talentontwikkeling. Elk land heeft wel een competitie, maar wat gebeurt er verder met de winnaar? De laureaten kunnen we presenteren aan een netwerk van jazzfestivals. Je begint als festival met lokale bands, dan ga je landelijk programmeren, daarna coproduceer je met Nederlandse bands. Maar dan? Roy Hargrove, of liever de Spaanse Benjamin Herman?”

1.3. Mantwa Chinoamadi – Joy of Jazz Festival
“Joy of Jazz (JoJ) kent 19 edities en vindt plaats in Johannesburg. Voordat ik via Karendra in contact ben gekomen met Alexander ben ik bij zoveel conferenties en symposia over culturele uitwisseling geweest, maar daar is nooit iets uitgekomen. Als er geen follow-up komt heeft het niet veel zin. Alexander daarentegen heeft me veel e-mails gestuurd, daar kon ik wel wat mee. Er is behoefte aan een nieuwe ontwikkeling binnen de jazz als alternatief voor de grote headliners uit de VS.”

SR: “Wat vindt u van de plannen van Alexander Beets?”
MC: “Als Nederlandse muzikanten komen is het spelen op JoJ niet voldoende, ik zou met andere podia praten. Het is me niet eerder overkomen dat er echt wat gebeurde na de zoveelste denktank. Het is een briljante uitwisseling.”

1.4. Laurent Sprooten – Music Meeting
“Op de Music Meeting (MM) brengen we muzikanten samen. Vanaf het begin in 1985 proberen we jazz en impro te combineren en te contrasteren met roots muziek. Zo zette wijlen Behsat Üvez in 2002 een band op die na het festival als Baraná nog 12 jaar heeft bestaan. Het werkt niet altijd, maar zulke samenwerkingen zijn een van de redenen waarom de MM bestaat. De oorspronkelijke naam van het festival verklaart alles: Multicultural Jazz and Improvised Music Meeting. Na tien jaar zijn we daar vanaf gestapt maar het idee erachter blijft nog steeds overeind.”

1.5. Javier Losada – JazzEñe
“Ik ben bestuurslid van de vereniging van Collectieve Rechtenbeheerders in Spanje, deze vereniging maakt het festival JazzEñe mogelijk. Dit jaar is de derde editie. De leden van de vereniging kunnen hun werk presenteren en daarna komt een commissie bij elkaar die een keuze maakt van 12 – 15 artiesten of bands. Het festival duurt drie dagen en laat 12 concerten of showcases zien van elk 45 minuten. We nodigen internationale programmeurs uit die kennis kunnen maken met de artiesten. De muziekprogrammeur van JazzEñe, Saray Moral Gómez, kan er meer over vertellen.”

1.6. Saray Moral Gómez – JazzEñe
“We begonnen met JazzEñe in 2014 in Madrid met als doel om de Spaanse bands te presenteren aan internationale delegaties.. De showcases zijn niet tegelijkertijd ingepland, dus alle concerten zijn te zien. Er zijn niet alleen showcases maar ook netwerksessies. De 2e editie vond plaats in muziekstad Valencia waar we ook partners hebben. We concentreren ons voorlopig alleen op Europa, vanwege de reiskosten. Maar wie weet kunnen we de volgende keer Zuid-Afrika uitnodigen. Het komende festival vindt plaats van 29 september tot en met 1 oktober. Iedereen is welkom.”

2.1. Discussie

AB: “Ik was in Madrid (op het JazzEñe Festival) en het valt me op dat elk land trots is op zijn jazz en world als je ze een internationaal perspectief geeft. We hebben prachtige Spaanse jazz gezien. Ik zou wel een band willen boeken, maar het heeft geen impact. Daarom moeten we het groter maken. Het heeft namelijk wel effect als we Nederlandse artiesten kunnen laten spelen in Spanje. Maar dan komt de kwestie van de auteursrechten om de hoek kijken. Ze kunnen alleen investeren in internationale promotie voor Nederlandse auteursrechten. Daarom moet je andere partners zoeken. Zo kan iedereen er profijt uit trekken.”

SR: “Laurent, jij hebt hier veel ervaring in…..”
LS: “Deze conferentie gaat over samenwerking van festivals wereldwijd. Wat wij doen, is samenwerken met festivals die dichtbij Nijmegen liggen. Natuurlijk vinden we het goed te horen over de festivals in Zuid-Afrika. We hebben in de jaren negentig een band samengesteld voor een Zuid-Afrikaanse zangeres, die hier haar eerste album opnam. Het is dus goed als zoiets tot stand kan komen, maar alleen als er een spin-off is. Een geslaagd project is bijv. de samenwerking tussen de Nederlandse muzikant/ componist Martin Fondse en de Braziliaanse zanger Lenine, die ook samen in Brazilië hebben opgetreden.”

SR: “Zou Joy of Jazz dit soort samenwerkingen kunne organiseren?”
MC: “Het idee staat me zeer aan. Als een groep artiesten samenkomt om op te treden, dan moeten daar wel opnames van gemaakt worden. Het is zo gemakkelijk om via het internet een samenwerking te realiseren, bijv. met Hugh Masekela. Wij kunnen dit mogelijk maken. Als je met mij zou optrekken in Johannesburg dan voel je je veilig en vertrouwd. Paul van Kemenade heeft samengewerkt met talloze Zuid-Afrikaanse artiesten.”

2.2. Vragen uit het publiek
Leoni Jansen (zangeres): “Kijkt u ook vanuit het publieksperspectief? Ik zou bijvoorbeeld graag een andere kleur willen horen in de jazz uit Spanje.”
SMG: “Een van onze belangrijkste aandachtspunten zijn fusies. Dit is een goede gelegenheid om te leren van verschillende manieren van samenwerkingen.”

Matti Austen (co-programmeur Amersfoort Jazz): “Het gaat vooral om jazzmuzikanten die je niet overal tegenkomt. Je hoort de Spaanse roots.”
MC: “Hier wil ik graag aan toevoegen dat het publiek op zoek is naar authenticiteit. Als een artiest uit een land komt zonder zijn eigen achtergrond mee te nemen, dan geef je niet wat het publiek van je verwacht. Zijn/haar accent moet anders zijn.”
AB: “Gisteren hadden we een Zuid-Afrikaanse jazzavond en voor het publiek was dat een hele belevenis.”

Estrella Acosta (zangeres): “Hoe worden de artiesten gefinancierd die naar het buitenland gaan?”
MC: “Dit moet idealiter vanuit de staat gebeuren. Er zijn artiesten die het zelf betalen.”
Zuid-Afrikaanse artiest [naam is niet duidelijk]: “Dit jaar treed ik op tijdens Amersfoort Jazz. Het is mijn eigen investering, ik doe zaken en werk aan m’n netwerk.”

SR: “Bestaat er subsidie voor Nederlandse artiesten om in Spanje op te treden?”
SMG: “Dat kan beter in Nederland worden aangevraagd. Voor Spaanse artiesten is er wel steun vanuit de regering, of bij de vereniging en er zijn andere instanties (zoals het AYI) waar artiesten terecht kunnen.”
LS: “Als we een bigband halen die niet aan het toeren is, dan zoeken we festivals om dit te kunnen co-financieren. Het festival is ook verantwoordelijk om geld te zoeken.”

3. Fotograaf Gerard Chel ‘Die ander gesig van Amersfóórt’

Journalist en fotograaf Gerard Chel heeft onlangs zijn boek ‘Die ander gesig van Amersfóórt-Portret van een vergeten zusterstadje in Zuid-Afrika’ gepubliceerd.
Chel komt uit Amersfoort en was nieuwsgierig naar het Zuid-Afrikaanse Amersfoort in Mpumalanga en ontdekte dat er helemaal geen onderlinge relatie bestaat. Zijn boek verhaalt over de geschiedenis van de stad en haar bewoners. Behalve kerkmuziek en traditionele zulu-muziek gebeurt er niet veel in het dorpje. Tijdens Amersfoort Jazz heeft hij een exemplaar overhandigd aan de ambassadeur van ZA.
(chelprojecten.nl <http://chelprojecten.nl> – ISBN 978-90-821266-6-2).

4. ‘Township Jive & Kwela Jazz, volume 4′, Eddy De Clercq
DJ Eddy De Clercq is een Vlaamse dj-producer die algemeen beschouwd wordt als een van de pioniers van de Nederlandse dance-cultuur. Eddy is ook een gepassioneerde verzamelaar en kenner van Afrikaanse muziek (zie zijn blog Soul Safari – https://soulsafari.wordpress.com/tag/eddy-de-clercq/). Zijn eerste gig als DJ in Zuid-Afrika was in Durban in 1996, waar hij voor een rave draaide, en viel als een blok voor de mensen en het land. Hij compileerde uit de ILAM archieven (Rhodes University) in Grahamstown, Zuid-Afrika de serie Township Jive & Kwela Jazz met obscure opnames welke in de jaren 50/60 enkel uitgebracht werden als 78 toeren-platen. Veel opnames uit die tijd zijn afkomstig van musicoloog Hugh Tracey, of van kleine platenmaatschappijen als Gallotone “En dat is auteursgerechtelijk allemaal goed geregeld”. Tijdens de Apartheid werden deze platen genegeerd. De Clercq laat een voorbeeld zien van een LP waar de zwarte muziek goed voor was: op de platenhoes wordt reclame gemaakt voor een crème om de huid te bleken.
Zijn nieuwe album Volume 4 bevat een compilatie van Kwela en Jive met Amerikaanse jazzinvloeden. De focus ligt op vocale harmonieën van vrouwengroepen. Ze zingen in verschillende talen.

fotomomentje: Eddy De Clercq overhandigt Volume 3 aan Mantwa Chinoamadi
27304481292_162ff72fbc_z 27304476272_81bd68f910_z

5. Showcase Shishani & Namibian Tales. unplugged!
Line up:
Shishani Vranckx (NAM/BE) – zang & gitaar
Debby Korfmacher (DE/NL) – mbira, kora & zang
Sjahin During (TR/NL) – percussie

Verslag- Charlie Crooijmans