Intro
Dat Nederland de laatste decennia is veranderd klinkt als een open deur. Maar hoever staan de deuren van onze muziekopleidingen daar voor open? Grote gemeenschappen en hun rijke muziektradities horen zich nauwelijks terug in dat mono-geluid van blokfluit, gitaar en viool. Is wereldmuziek de oplossing om de aansluiting tussen (formeel) muziekonderwijs en de hyperdiverse samenleving te verbeteren? Onderwerp van een actuele expert meeting, tijdens dit World Blend Café werd de samenvatting gepresenteerd.
In Rotterdam speelt de wereld in stereo mee. Bij Codarts en WMDC, bijvoorbeeld via tango-orkest OTRA en anders wel bij Muziekweb dat de breedste muziekbibliotheek van Nederland beheert. Onlangs uitgebreid met de unieke collectie van Morabeza Records, het Kaapverdiaans/ Rotterdamse platenlabel van pionier Djunga di Biluca.
WMF directeur Sonja Heimann opent de avond en geeft een overzicht van het programma. Voorafgaand aan het World Blend Café is er ’s middags een expertmeeting geweest, toegespitst op muziekeducatie. Moderator van de avond Saskia Törnqvist leidde ook die bijeenkomst en geeft er een korte samenvatting van.
Expertmeeting muziekeducatie
Het ging, aldus moderator Saskia Törnqvist, over veel zaken: wat er gebeurt in de haarvaten van Rotterdam, welke behoeftes daar spelen, hoe we bruggen kunnen slaan van de conservatoria naar die buitengebieden, waar ongelooflijk interessante initiatieven plaatsvinden en veel latent talent aanwezig is. Maar ook ging het over hoe de eenmaal aan het conservatorium opgeleide musici weer hun weg naar die haarvaten terug kunnen vinden.
De slotconclusie is: we moeten onze krachten bundelen, onszelf en onze onderlinge samenhangen zichtbaarder maken naar de buitenwereld, zodat duidelijk is dat het om een heel groot en heel rijk gebied gaat; dat wij samen ook het belang van muziekonderwijs zien en de rol die wereldmuziek daarin kan spelen. Voor wat er specifiek aan de orde kwam betrekt zij het panel bij de presentatie:
Saskia Törnqvist, musicoloog, docent Conservatorium Amsterdam
Rob Broek, hoofd masteropleidingen Codarts
Oscar van der Pluijm, directeur WMDC/Grounds
Ton Guiking, ad hoc namens Aslan Muziekcentrum
Het uitgebreide verslag van de expertmeeting is terug te lezen via deze link>>
Codarts/WMDC/Grounds en de wijk Delfshaven
Van der Pluijm geeft een toelichting op de verkenning van de wijk waarin het WMDC/Grounds ligt en de behoeftes die daar spelen:
Dit (Delfshaven) is een vrij arme wijk van Rotterdam, een van de meest kleurrijke van Rotterdam, scoort slecht op alle lijstjes. Toen wij hier begonnen met wereldmuziek, kregen wij een vrij hoogopgeleid, blank publiek. Los van een programmeur hebben we een wijkcoördinator aangesteld om door de wijk te fietsen en contacten te leggen. Zo hebben we onze buren leren kennen. Wat blijkt? Die buren zijn heel muzikaal, heel actief, ondernemen van alles, zoals onderwijs of toneel, soms in het amateurveld, soms commercieel, soms gekoppeld aan religie: een enorm cultureel kapitaal.
En nu? Nu plukken wij als podium de vruchten ervan. Ze weten ons te vinden, ze organiseren hier dingen, er zijn allerlei initiatieven op het gebied van muziekonderwijs uit ontstaan.
Je kunt zeggen: dat komt door veldwerk, maar je kunt ook zeggen, het is laaghangend fruit. Er is bepaalde vraag, er is aanbod, er is activiteit en blijkbaar komen vraag en aanbod niet altijd goed bij elkaar. En wij zijn een flexibele organisatie en kunnen snel opereren.
Maar wat er nu eigenlijk nodig is voor al die initiatieven – sommige in de wijk, sommige zitten hier bij ons – is een moederschip [i.c. Codarts], waarbij die organisaties hun onafhankelijkheid bewaren maar wel een ‘aanhang’ zijn, zodat ze een soort voorportaal zijn voor doorontwikkeling voor degenen die dat willen. Want er is heel veel talent: in de gospel-scene, in de Kaapverdiaanse gemeenschap, in de Hindoestaanse… Die zouden kunnen aanhaken bij een moederschip, maar: wil Codarts dat?
De reactie van Broek: Wij zijn een instituut voor hoger onderwijs, ons belang is grote talenten het podium op te brengen maar we hebben ook een regionale functie en willen aansluiten bij de verschillende community’s hier in Rotterdam. Dat is lastig: hoe krijg je die connectie? Het is belangrijk te weten welke informatie je wilt ‘ophalen’, hoe je die kunt bundelen en hoe je die wilt gebruiken en waarvoor (bijvoorbeeld onderwijs of fondsenwerving). Daar gaan we mee bezig maar het is geen eenvoudige klus. We werken daarbij samen met Erasmus Universiteit en Willem de Kooning academie. In dat samenwerkingsverband hebben we ook een ‘double degree’ opgezet waarbinnen studenten zowel een universitaire als een conservatorium opleiding kunnen doen.
Muziekeducatie in het onderwijs
Codarts gaat over hoger onderwijs. Maar hoe zit het met muziekeducatie en de rol van wereldmuziek daarvan in het onderwijs dat hieraan voorafgaat?
Guiking geeft een beeld van Aslan Muziekcentrum in Amsterdam: Begonnen als kleine muziekwinkel is dit centrum nu misschien wel de beste muziekschool van Nederland. Amsterdam heeft besloten cultuureducatie in het primair onderwijs in ieder geval voor een aantal jaar te richten op muziekeducatie. Een aantal muziekscholen voert dit beleid uit, veelal gebonden aan bepaald gebied. Muziekcentrum Aslan richt zich op Amsterdam West/Nieuw-West, met voor een groot deel een bevolking met roots in andere culturen; van dat gegeven maakt Aslan Muziekcentrum maximaal gebruik.
Het uitgangspunt is daarbij: álle kinderen moeten de kans krijgen muziekonderwijs te krijgen – en dat er dus eigenlijk geen financiële belemmeringen mogen zijn – en ten tweede: dat dit muziekonderwijs van excellente kwaliteit moet zijn. Daarbij is het voor hen vanzelfsprekend dat het muziekonderwijs aansluit bij de beleveniswereld van de culturen waar die kinderen vaak vandaan komen.
In hun aanpak op scholen staat een methode centraal met een doorlopende leerlijn, de Muziek Talent Express. Het is een methode die heel uitgekristalliseerd is, in boekvorm verschenen inclusief cd, die flexibel is en aan te passen, zoals aan het speciaal en voortgezet onderwijs. Zij hebben een uitstekende positie met het binnenschools muziekonderwijs en kunnen niet alle scholen bedienen waarvoor ze gevraagd worden. Want: ze stellen hoge eisen aan hun docenten, die eerst een bepaald traject moeten doorlopen.
Ook buiten de scholen zijn ze actief, niet alleen in hun eigen centrum maar ook in de buurten. Contact met de buurt en met de ouders van de scholen waar ze werken, vinden ze belangrijk. Zo zijn er koren voor ouders, optredens in bejaardentehuizen of in de buurt. In de zomer hebben ze cursussen waar kinderen aan mee kunnen doen, al dan niet met financiële ondersteuning uit een fonds voor kinderen van wie de ouders dit niet kunnen betalen.
Er wordt dus muziekles gegeven maar er zijn ook trajecten voor talentontwikkeling.
Op de scholen worden kinderen gescout, die vervolgens op school in naschoolse vorm of buitenschools op het eigen centrum verder kunnen komen. Dit gebeurt op verschillende niveaus, ze willen kinderen zo ver kunnen brengen dat ze op een conservatorium kunnen komen. Om de kinderen te laten ervaren dat dit niet een onneembare vesting is, krijgen ze allemaal podiumervaring. Van jongs af aan treden ze op, niet in een sportschool, maar in de Meervaart, de Stopera, de OBA. Want, vinden ze, kinderen moeten leren dat die podia ook voor hen zijn, dat zij daar óók horen. En hun ouders zitten, vaak met hoofddoekjes om, trots in de zaal.
Het is dus een succesvol instituut. Ze willen dat succes delen. Ze hebben daarom ook een opleidings- en trainingscentrum. Voor de docenten op de scholen waar ze werken hebben ze een vorm van co-teaching en coaching ontwikkeld. Ook aan docenten van elders geven ze training en coaching.
Ten slotte: ze staan niet stil bij hun succes. Ze blijven zich ontwikkelen, met nieuwe leervormen, uitbreiding met dans en theater, en altijd blijven ze voor ogen houden dat je ‘andere’ culturen daarbij betrekt en dat de kwaliteit van het gebodene hoog moet zijn.
Broek reageert: we moeten niet alleen kijken hoe talenten kunnen doorstromen naar conservatoria maar ook: bieden we als conservatorium wel wat die doelgroep nodig heeft? Daar zijn we op dit moment enorm druk mee bezig, we zijn ons bachelorcurriculum aan het herijken. Het eerste jaar wordt heel oriënterend, waarna we steeds meer richting praktijk gaan, met stagemogelijkheden zodat de overgang van conservatorium naar praktijk soepeler gaat verlopen.
Winanda van Vliet (docent Codarts) sluit hierop aan. We hebben, stelt ze, natuurlijk de opleiding tot musicus maar ook een grote afdeling docent muziek. Ik ben de enige die daar wat aan wereldmuziek doet. Ik vraag me af in hoeverre ze bij Aslan contact hebben met het Conservatorium van Amsterdam, want daar zitten de muziekdocenten die breder opgeleid moeten worden, en wie dat onderwijs dan moet geven. Van Vliet pleit voor betere interne samenwerking, dat bijvoorbeeld een student saz ook bij de opleiding muziekdocent actief is, en dat er samenwerking komt met muziekscholen, want die is er volgens haar niet. Guiking wijst erop dat Aslan met zijn studenten naar Codarts komt en met het Conservatorium van Amsterdam intensief contact heeft, met stages en workshops.
Het ‘informele circuit’
Guiking heeft een vraag aan de zaal. Hij verwijst naar Van der Pluijm die het had over het ‘verborgen’ talent in de wijken en vraagt zich af: hoe krijg je dat op podia? Verschillende podia voor wereldmuziek zijn gesloten maar er zijn ook minder ‘grote’ speelplaatsen waar mensen uit ‘het informele circuit’ zouden kunnen optreden, maar waar zijn die podia en hoe regel je dat?
Emma Breedveld (viooldocent Conservatorium van Amsterdam en Muziekschool Amsterdam): ik ben ook violiste in het reART Ensemble, onderdeel van het reART Collective, opgericht door Selim Dogru, ook van Aslan Muziekcentrum afkomstig. Ik weet daarom dat er een enorme Turkse muziekgemeenschap musiceert, dat die haarvaten enorm zichtbaar zijn. Ze geeft daar ook voorbeeld van. Törnqvist concludeert dat het toeval dus een grote rol kan speelt bij het al dan niet kennis hebben van wat waar gebeurt.
Hugo Post (UitJezelf, uit Delfshaven) wil een suggestie delen met Oscar van der Pluijm: gebruik het initiatief Gluren bij de Buren, waarbij mensen die hun ruimte beschikbaar stellen, worden gekoppeld aan mensen die muziek willen maken. Hij stelt voor samen te werken met Grounds. Van der Pluijm stelt dat ze inmiddels wel weten welke organisaties er zijn, dat sommige zelfs bij Grounds zitten, maar dat er geen verbinding is. Je moet dan durven doorpakken. Het idee van een moederschip vraagt om open armen. Dat heeft vergaande consequenties voor je organisatie maar als je dat niet durft, maak je geen verschil en blijf je met z’n allen in de marge bezig. Rob Boonzajer Flaes vraagt zich af wie dat dan tegenhoudt. En wat moet er gebeuren dat die mensen dat wel willen? Van der Pluijm: Ik merk dat er onder alle directies welwillendheid is. Maar het zit hem in de uitvoering en die is weerbarstig. Er moet van binnenuit de wens en wil zijn om door te pakken.
Morabeza Records
Van der Pluijm leidt het volgende onderdeel in via een gesprek met de Rotterdamse musicus Jorge Manuel Oliveira Lizardo. Onderwerp is de Kaapverdiaanse muziek en het platenlabel Morabeza Records dat in 1965 – op instigatie van de Kaapverdiaanse ‘vader des vaderlands’ Amilcar Cabral – is opgericht door Djunga di Biluca. Deze laatste was de oom van Oliveira Lizardo, en deze geeft een historisch overzicht van de rol van dit label en gaat in op de Kaapverdiaanse muziek. Muziekweb heeft deze muziek digitaal ontsloten.
Djunga di Biluca, uit de serie: Rotterdammers van formaat (van RTV Rijnmond).
Pitches
Zoals bij elk World Blend Café is er de mogelijkheid aandacht te vragen voor een project, idee of voorstel.
Michael Simon Asian Connection
Michael Simon, trompettist en componist, vooral actief in de jazz, die vervolgens via Fra Fra Sound steeds meer met wereldmuziek in aanraking kwam en in zijn nieuwste project samenwerkte met artiesten uit Taiwan en Maleisië, onder de naam Michael Simon Asian Connection. Hij organiseert momenteel een minitour van die concerten, o.a. bij Grounds en bij Tong Tong Fair. Hij is benieuwd wat mensen ervan vinden en of er belangstelling voor samenwerking is onder Nederlandse musici omdat hij niet het hele project naar Nederland kan brengen.
Radboud Post: Tango Academy International
‘Met trots en blijdschap’ kondigt Post de oprichting aan van de Tango Academy International. De afdeling Argentijnse muziek bij Codarts is befaamd, zo stelt hij. De vraag was daar ‘hoe krijgen we het niveau van instroom op de Argentijnse tango hoger?’ Het antwoord: onderwijs – en de Tango Academy wil dat verzorgen, in samenwerking met de Vrije Academie voor de Kunst in Delft en de vakgroep Argentijnse tango van Codarts. Er is veel belangstelling voor tango-onderwijs. Post doet een oproep mee te denken over de ontwikkeling van het curriculum en over het organiseren van concerten op scholen en podia.
Hugo Post: Uitjezelf
Wij zijn, aldus Post, een klein netwerk van onderwijsprofessionals, met name uit Rotterdam. Via Muziekimpuls hebben we op vier scholen een start gemaakt met een driejarig programma om het onderwijzend team te coachen op heb gebied van algemene muzische vorming en om een hier op Codarts gevormde docent dat curriculum vorm te laten geven. Het is een zoektocht en wellicht komt daar komend jaar een tiental scholen bij. Voor de musici/docenten die dit uitvoeren is het geen hoofdactiviteit. We zoeken dus docenten (verwachting: 4 docenten die 2 dagen in de week op 1-3 scholen aan de slag gaan), liefst met een bredere AMV-achtergrond dan alleen muziekdocent, die les kunnen geven en willen meewerken aan de ontwikkeling van het curriculum. Contact Hugo Post
inJazz
Sonja Heimann geeft als tip: 28 en 29 juni vindt in Rotterdam de muziekconferentie inJazz plaats. Een uitstekende gelegenheid om te netwerken met collega’s. Het WMF organiseert dit keer i.s.m. Dutch Performing Arts en inJazz een World Stage met showcases van vier Nederlandse bands, en overdag twee panels: een over de samenwerking met België getiteld ‘Lowlands, High Results’ en een panel met ‘Experts on Export’. Meer info op injazz.nl.
Muziek
Na de pauze, waarin muziek van DJ Socrates, volgt een optreden van OTRA, voorafgegaan door een korte introductie van Leo Vervelde, directeur van Codarts en orkestleider en bandoneoist van OTRA.
Omar Mollo & Gran Orquesta Tipica OTRA
Argentijnse zanger Omar Mollo kwam op het idee om een cd op te nemen met Leo Vervelde en diens Codarts-orkest OTRA. In mei wordt hun nieuwe cd ‘Tango Cosmopolita’ uitgebracht bij Sony. Op 3 april in Grounds een preview met:
Bandoneons: Leo Vervelde, Kaspar Uljas, Andreas Rokseth
Klarinet: Jean-Baptiste Wallez
Violen: Radboud Post, Gerrit van Putten, Nea-Maria Korpelainen, Eugenia Paniza, Djessy van den Dries,
Shauntell Baumgard, Gustavo Cabrera, Vera Broek + altviool
Cello: Alba Sánchez López-Rosado
Harp: Julie Rokseth
Piano: Wim Warman, Robin El-Hage
Contrabas: Kay Sleking
Gitaar: Frank Schumm
Zang: Omar Pato Mollo
DJ Socrates
Deze Rhythm Pirate stelt zijn vragen in de vorm van prikkelende muziek. Doelbewust zoekt hij de kruispunten op tussen genres en rijgt moeiteloos sounds uit de tropen, de Balkan, Azie en Afrika aaneen, gesteund op onderbuik baslijnen, jazzy breaks, dub vibes & smeuige electronica. www.fb.com/djsocrates