Op 22 februari 2022 vond een World Blend Café plaats in Club 9 van TivoliVredenburg, met als thema: NL meets BE. Een gesprek met onze zuiderburen Peter van Rompaey van Muziekpublique en Jair Tchong van kunstencentrum KAAP over de mogelijkheden voor samenwerkingen en speelplekken. Vervolgens lichtte Marcel Albers toe hoe Dutch Music Export werkt. Voorts maar liefst zeven pitches, en tot slot een showcase van Cacha Mundinho Quartet.
Inhoud:
1. Update van Sonja Heimann
2. Hommage aan Lata Mangeshkar
3. Maite Hontelé interviewt Jaïr Tchong en Peter van Rompaey
4. Stan Rijven spreekt met Marcel Albers van Dutch Music Export
5. Pitches
6. Showcase: Cacha Mundinho Quartet
Presentatie Maite Hontelé en Stan Rijven
1. Update van Sonja Heimann
World Music Forum (WMF) gaat zich de komende periode vooral focussen op het herstel van de sector. WMF wil daarbij graag extra inzetten op verjonging en vernieuwing. Oproep aan iedereen: registreer je op de site van het WMF en vul je profiel aan op Who-is-Who zodat je zichtbaar bent voor de binnen- en buitenlandse muziekindustrie. Voor de agenda: de volgende World Blend vindt plaats op 11 mei als opmaat naar de Music Meeting, vervolgens op InJazz eind juni, en tot slot: World Music Forum NL bestaat ruim 15 jaar en dat gaan we vieren op 1 november in TivoliVredenburg; meer informatie over hoe en wat volgt nog.
2. Hommage aan Lata Mangeshkar
Stan Rijven staat uitgebreid stil bij het overlijden van Lata Mangeshkar (check ook dit artikel), waarbij de Surinaams Hindustaanse zanger Raj Mohan haar grootsheid bevestigt. Stan laat een heerlijke videoclip zien, waar Maite Hontelé wel een project inziet voor de Cubop City Big Band.
3. NL meets BE
Maite Hontelé (MH) interviewt Jaïr Tchong (JT) van Kunstencentrum KAAP en Peter van Rompaey (PvR) van Muziekpublique.
Wie zijn jullie en waar komen jullie vandaan
JT – De uit Nederland afkomstige muziekjournalist Jair Tchong was voorheen oa programmeur van de Tolhuistuin en de Melkweg in Amsterdam, sinds oktober 2019 programmeert hij bij Kunstencentrum KAAP in Oostende en Brugge.
Wat is KAAP?
KAAP is een kunstencentrum, geen normale concertzaal en valt onder een bepaalde categorie in het Belgische subsidiesysteem. KAAP is ontstaan uit een versmelting van het voormalige Vrijstaat O. (Oostende) en De Werf (Brugge), die qua schaal en artistieke missie overeenkomsten hadden.
Wat is de gang van Peter van Rompaey naar Muziekpublique?
Peter komt ook uit de journalistiek en is via een Galicische zangeres bij een Galicische vereniging terechtgekomen waar hij voor schreef en programmeerde. Vier jaar later heeft hij Muziekpublique met vrijwilligers opgezet en een muziekacademie opgericht. De naam is bedoeld om de twee landstalen te verenigen. Muziekpublique heeft drie pijlers: concerten, muziekacademie (kora, ud, doedelzak enz), en een platenlabel. PvR: ‘Met het label willen we zoveel mogelijk lokale artiesten opnemen. Brussel is zeer multicultureel. Er is een groot aanbod wereldmuziek, maar dat is import, terwijl er zoveel fantastische muzikanten in Brussel wonen, die onbekend zijn maar soms zelfs beter. Zij fungeren als key-figures, waar mensen tegenop kunnen kijken.’
Wat doen jullie nu met Nederlandse bands?
JT: ‘Wij organiseren in twee steden vier festivals: Mind the Artist (2021, wel geprogrammeerd maar grotendeels geannuleerd door Corona), Jazz Brugge, Dansand en Amok (10 dagen in Brugge). In het begin was ik vrij huiverig om Nederlandse acts te programmeren als Nederlandse programmeur, ik heb ook veel bewondering voor Belgische jazz gekregen. Het is een jonge scene die veel publiek trekt, en er zit actualiteit in en een originele benadering van de aloude jazztaal (zoals Nathan Daems). Ik houd van de Amsterdamse scene, maar de jongere cats uit de impro-scene zijn in Vlaanderen veelal nog te onbekend. Ik ben een samenwerking aangegaan met Tim Sprangers die in Amsterdam Noord (de Ruimte) en in Den Bosch (Toonzaal) programmeert. Op vrijdag 8 april: Space is the Place in KAAP Oostende. In A’dam Noord komt een heel ander publiek af op impro, veel diverser en internationaler. Je bent als programmeur ook bezig met je publiek. Ik heb Nederlandse artiesten geboekt die goede kritieken kregen, maar er waren te weinig mensen op af gekomen. Het optreden van Rembrandt Frerichs met de Iraanse zanger Mohammad Motamedi liep beter door de Iraanse gemeenschap uit Brussel.’
Wat Is jullie ervaring als programmeur met het publiek?
JT: ‘Wat ik merk: Oostende is een rare maar nog niet gegentrificeerde stad, multicultureler dan Brugge. KAAP heeft een vast en trouw publiek dat op avontuurlijke muziek afkomt en na afloop ook platen koopt. In Brugge (afgezien van AMOK waar we jong volk mee trekken) is ons publiek iets ouder. Ik ben wel een beetje jaloers op het multiculturele publiek van Muziekpublique in Brussel.’
PvR: ‘Ik programmeer artiesten zo nu en dan uit Nederland en werk samen met een aantal agenten. We zijn een klein land, er zijn weinig goede agenten, te kleine markt, en dat is wel een signaal. Uitgangspunt: stel dat hier een groep Arabische muziek maakt en ook in Brussel, dan kies ik natuurlijk daar voor. Artiesten moeten echt een meerwaarde bieden dan wat bij ons al aanwezig is. Artiesten met roots in Kaapverdië, Suriname en Indonesië maken veel meer kans. Maar er is weinig pers en dus heel moeilijk om artiesten in de markt te zetten. Ik weeg altijd af. Er is ook heel veel aanbod uit Frankrijk. Er zijn nu toevallig veel migranten uit Frankrijk in Brussel. Er zit wel potentieel in het dubbel programmeren met lokale en Nederlandse acts en uitwisselingen.’
JT: ‘Ik vergeet iets belangrijks: ons label geeft 15 albums uit en die krijgen een releaseparty, maar ik heb maar 15 concertmomenten per jaar in Oostende, dus we hebben naar een creatieve oplossing gezocht: op Transition in TivoliVredenburg op 25-26 maart, is er een podium ingericht voor de Werf-artiesten.’
PvR: ‘Wij werken heel nauw samen met Mola Sylla (Tamala). JT: die staat dit najaar met Ernst Reijseger en Harmen Fraanje in KAAP Oostende (6 november).’
(De tekst gaat verder onder deze link fotoverslag)
Zijn er veel Nederlandse bands die bij jullie aankloppen?
JT: ‘Ja heel veel, zowel jazz als world. Het is lastig, het aanbod is altijd groter dan de beschikbare data, maar corona heeft het nog eens extra lastig gemaakt.’PvR: ‘Ja, op dit moment zeer moeilijk. In de Nederlandse West-Europese folk zit niet veel kwaliteit’ JT: ‘Ik heb wel een idee waarom de scene in België zo spannend is: in 1958 heeft een minister 300 CC’s (Culturele Centra) opgericht in Vlaanderen. De oude socialistische gedachte dat je cultuur tot in de kleinste dorpjes moet brengen. Natuurlijk programmeren die niet allemaal even scherp op de bal, maar er zijn er die wel goed geprogrammeerd worden. De verspreiding is groot waardoor je een grote humuslaag krijgt, er zijn veel jonge en goede muzikanten. Ook zeer veel goede opleidingen: muziekonderwijs is er nog niet (zoals onder Rutte) verdacht gemaakt/weggesaneerd.’
Liggen daar kansen voor Nederlandse groepen of programmeren ze juist heel lokaal?
JT: ‘Er liggen zeker kansen voor Nederlandse groepen, de grote Nederlandse artiesten deden ooit tientallen shows via zo’n CC-circuit.’ PvR: ‘Alleen onbekende groepen maken weinig kans.’JT: ‘Ik hoorde laatst van een Belgische boeker dat er van die 300 CC’s (culturele centra) zo’n 130 programmeurs zijn die echt wel nieuwe dingen willen presenteren.’ PvR: Aan de Waalse kant heb je ook CC’s, het is alleen die werken minder goed, de techniek is van lagere kwaliteit en er is minder budget.
SR: ‘Uit een onderzoek uit 2016 van Vlaams Cultuurpunt en Dutch Performing Arts blijkt dat bijna 6.000 concerten van België naar Nederland gaan; andersom slechts 1.200, in één jaar. Hoe kan dit?’
PvR: ‘Jullie hebben meer inwoners, dat is potentieel publiek. Onze artiesten hebben minder mogelijkheden om te spelen (in theorie), dus zijn ze wel verplicht om zich te exporteren. Heel specifiek qua wereldmuziek zie ik dat heel wat van jullie bands in het buitenland spelen. Jullie kijken verder dan wij.’ JT: ‘De manier waarop festivals als Rewire en Le Guess Who? (LGW) cureren, daar zijn ze in België wel jaloers op. Mijn voorganger is begonnen met Amok na het bijwonen van Rewire en LGW.’
Schuurt Push the Button daar een beetje tegen aan?
JT: ‘Ja, dat gaat zich afspelen op 2 april in Oostende. We willen af van het idee dat we alleen jazz presenteren, Push the Button (PtB) is echt een samenwerking tussen De Zwerver, KAAP en De Grote Post. Het is echt achterhaald om in afgebakende genres te werken. Jongeren van nu horen permanent alle denkbare stijlen en genres online. In Oostende heb je een mooi postkantoor uit de jaren ’50 dat is opgeknapt als cultuurplek, PtB draagt bij aan het opwaarderen van de muziekprogrammering aldaar richting jonger en diverser. Op hun verzoek hebben KAAP en de Zwerver (een scherp aan de wind opererende muziekclub in Leffinge, ook organisator van Leffingeleure) het festival PtB in elkaar gezet, wat beantwoordt aan onze ideeën hoe je tegenwoordig muziek kunt programmeren. We hebben o.a. Han Bennink, Black Flower, De Ambassade, Catherine Graindorge & Simon Ho. We zoeken met PtB de snijvlakken en dwarsverbanden op tussen wave, free jazz/impro en world.’ PvR: ‘LGW is een prachtig voorbeeld. Maar dan staat er Le Mystère des Voix Bulgares als een hype, een groep die al dertig jaar meedraait! Complementair aan deze festivals moeten gespecialiseerde organisaties blijven bestaan.’ JT: ‘Mee eens. Er zat een onterechte hype omheen, maar moet je bijvoorbeeld aparte structuren zoals specifiek voor barok in stand houden? Ik twijfel daar sterk aan. Ik denk dat juist de meeste kracht en culturele energie te halen valt uit de perceptie van muziek als open kunstvorm. Ieder genre-denken heeft (naast een ontzettend slaapverwekkende kwaliteit) iets kunstmatigs. Dat was altijd al zo, maar dat heeft de spotifyisering van de wereld nog eens extra evident gemaakt. Het gaat veel meer over de interface: ja, Le Guess Who? presenteert veel genres die ik vroeger in RASA al eerder heb gezien, maar hun interface is gewoonweg briljant. Waarmee ik bedoel: hoe ze het framen en aanbieden aan het publiek.’
Het gaat er inderdaad om hoe je het kunt inbedden, hoe je een nieuw publiek kunt bereiken.
JT: ‘Er zijn ook andere festivals die de moeite waard zijn, zoals Peel Slowly and See in Leiden, die hebben ook een curatoriale lijn waarin ik zeer geloof.’
SR: Francis de Souza kun je Peel Slowly and See toelichten?
De Souza: ‘Het is een heel eclectisch festival van een aantal organisatoren uit verschillende hoeken: underground, jazz funk, pop rock, dus van heavy noise tot klassiek.’
Vragen uit de zaal:
Miriam Brenner: ‘Wij hebben niet zo’n structuur als die 300 cc’s in Nederland. We hadden voorheen wel allerlei circuitjes zoals het Benelux-circuit. Kunnen we daar samen iets aan doen om dat weer aan te wakkeren?’ PvR: ‘De wereldmuziek is een sector in crisis: er zijn minder agenten, er zijn minder speelplekken. We hebben besloten om ons te verenigen in het Belgium World Music Network, op 23 mei hebben wij een sector-moment. In de avond presenteren we vier groepen, en overdag zijn er meetings en conferenties. Jullie zijn allemaal welkom!’ JT: ‘De Handelsbeurs in Gent wordt heel goed geprogrammeerd door Wim Wabbes. Die doet met enige regelmaat Nederlandse artiesten.’
Rob Boonzajer Flaes:’ Ik kan me voorstellen dat jullie als twee organisaties de koppen bij elkaar steken. Jullie hebben allebei een opleidingsfunctie en een label, is dat denkbaar?’ PvR: ‘Totaal niet bespreekbaar. Er zijn heel veel gelijkenissen, maar we hebben een heel ander profiel.’ JT: ‘Puur praktisch gaat dat ook niet. KAAP is een kleine organisatie, we doen vier festivals en twee volledige jaarprogramma’s in twee steden, naast allerlei creaties en residenties en circa 15 releases per jaar. Eigenlijk zou VI.BE een betere partner kunnen zijn.’ JT: Je hebt VI.BE en Kunstenpunt.’ PvR: ‘Het zijn twee belangenorganisaties die de muziek moeten vertegenwoordigen. VI.BE voor alles wat geen klassieke muziek is en Kunstenpunt voor alle podiumkunsten plus klassieke muziek. In de Franstalige kant heb je nog Conseil de la Musique en Wallonie-Bruxelles Musiques die ook nog anders werken. Maar VI.BE is een sterke actieve organisatie, die heel onze sector vertegenwoordigt, en die ook Belgium World Music Network ondersteunt.’ JT: ‘Een opvallend verschil, waar ik wel positief over ben: in Nederland zijn er heel veel verschillende lobbygroepen voor de cultuur, dus heel versplinterd, terwijl er in in België het Overleg Kunstenorganisaties bestaat waar 300 clubs, groot en klein, aan verbonden zijn.’
4. Stan Rijven in gesprek met Marcel Albers (MA)
(Gastspreker Bas Pauw van Fonds Podiumkunsten (FPK) is helaas verhinderd wegens corona).
MA: ‘Ik ben 35 jaar ondernemer in de popmuziek. Eerst in Nederland, later als manager in het buitenland met popbands, heb labels gerund, bedrijven gestart in binnen- en buitenland, 12 jaar Jiskefet geproduceerd, jarenlang met Jan Douwe Kroeske 2-Metersessies gemaakt. Ik werd op een gegeven moment voorzitter van de Nederlandse Muziek Managers Vereniging, waarbij ik ging lobbyen voor meer geld voor export van popbands. In 2017 is het exportbeleid opnieuw vormgegeven, toen vroegen het FPK en de Pop Coalitie mij om de Nederlandse popmuziek verder te krijgen. Zo is Dutch Music Export (DME) opgezet dat samenwerkt met European Music Export (EMEE), waar 28 exportkantoren aan verbonden zijn, alsmede VI.BE, dit is geen exportbureau maar vervult wel die functie. SR: We hebben net gehoord hoe het in de praktijk werkt met KAAP en Muziekpublique, hoe kom je verder? Dan moet je als artiest dus aankloppen bij clubs zoals FPK en DME, die werken nu samen, en er ligt een grote pot geld. Het FPK heeft een nieuw programma (Lees hier wat in het programma staat >>>), dat niet bedoeld is voor popmuzikanten, want die kunnen bij DME terecht.
Wat verstaat DME onder popmuziek?
MA: ‘In 2017 werd nieuwe beleid voor Dutch Music Export ontwikkeld, gefinancierd door BUMA Cultuur en FPK met maar liefst 1 miljoen euro per jaar. Met een niet nader genoemde jazzmuzikant hebben we daar om dezelfde reden onenigheid mee gehad. Hij vond dat hij zowel een jazz- als een popmuzikant was. Bij ons kan iedereen die voor een poppubliek optreedt of actief is binnen de popscene, terecht.’
Hoe zit het met world, want reggae en de afrobeat van Fela Kuti vallen intussen onder popmuziek?
MA: ‘Het kan ook de andere kant op gaan, zoals bij Joep Beving (kruising van popmuziek en klassiek) hij speelt voor een poppubliek. De laatste jaren is dit vaker gaande, zoals bij Altin Gün, die getourd heeft in Amerika.’
Hoe kun je DME toegankelijker maken voor de world sector?
MA: ‘We hebben de drempel al verlaagd. Ik had voorgesteld om het geld aan de sector te geven en mensen die er verstand van hebben de beslissingen te laten nemen. Zij moeten bepalen wat de beste plannen zijn. Dat hebben wij met Dutch Music Export veranderd. Wij verdelen het onder in showcasefestivals en een aantal expo’s voor popmuziek.’
Hoe zit het met WOMEX?
MA: ‘Nee, die doen we niet. Wij hebben als popsector, 5-6 jaar lang bij het fonds aangeklopt: “Wij willen meer geld!”. Dat hebben we uiteindelijk gekregen, toen stond de popsector onder de Pop Coalitie en de teneur was: “Maar we gaan geen cent geven aan de andere genres.” Wat behoorlijk bekrompen was, zeker met het idee dat we in 2021-2022 niet het hele budget hebben uitgegeven. Dat heeft bij ons geleid tot ontschotting. We geven een derde weg aan de showcasefestivals, we zijn meer handelsmissies met muziekprofessionals gaan sturen.’
In de Dutch World Directory staat dat wereldmuziek een potentieel publiek heeft van 2 miljoen, meer dan jazz. Waarom dus niet naar de WOMEX?
MA: ‘We hebben daar in 2019 over gesproken maar toen kwam corona. We hebben toen wel gekeken naar Montreal Mundial. Even terug naar die verdeling: we geven een deel aan marketingregelingen tot maximaal 20.000 euro co-financiering op internationale releases, dance en r&b, hip hop waarin we kleine bedragen (2.500) geven aan artiesten die opnieuw moeten opstarten na de corona-ellende. En we hebben dezelfde regeling als FPK : 50.000 voor een structureel en internationaal plan, en daar kiest een commissie jaarlijks drie artiesten op uit. Voor de rest doen we mediamuziek, dwz muziek onder films en commercials. We hebben een bezoekersregeling en diverse samenwerkingen met Japan, China, Amerika.’
En hoe zit dit voor samenwerking met België?
MA: ‘Binnen de marketingregeling zit België er altijd bij. Qua popmuziek doen we het heel goed in België en ook andersom.’ SR:’ Jij hebt bij DME gezorgd voor ontschotting, hier een citaat uit de Volkskrant van 1 december: “ […] De popmuziek met alle windstreken is zo versmolten dat het bijna onmogelijk is geworden er een genrekopje bij te bedenken. Een veel gehoord begrip is tegenwoordig Urbano, vrij vertaald: in de stad. Dit is grootstedelijke muziek met een lekker dansritme.”
Vragen uit de zaal:
Agnes Salveda: ‘Je zei dat jullie de muzikanten niet meer de hele wereld over sturen. Maar waarom gaan jullie niet naar de WOMEX, en wie zijn die muziekprofessionals?’
MA: ‘We sturen minder artiesten naar expo’s zoals SXSW, in ruil daarvoor maken we geld vrij voor muziekprofessionals: managers, labels, bookers, sync-agents, en dan organiseren wij een programma zodat zij hun Amerikaanse collega’s ontmoeten. Als onze stakeholders vinden dat het resultaat uit 20 jaar muziekexport niet groot genoeg is, dan zou dat kunnen liggen aan de mensen rondom de artiest. Internationaal zakendoen is ingewikkeld, dus hebben we ervoor gekozen om daar meer activiteiten voor te ontwikkelen. Waarom niet naar de WOMEX? Goeie vraag: maar het heeft geen nut als wij dat doen, we zullen dat samen moeten doen. We zullen met elkaar een plan moeten maken.’
5.1. Vernon Chatlein
Vernon deed onderzoek doen in Curaçao: naar Muzik di Zumbi en de mondboog. In Curação stuitte hij op een archief van opnamen gemaakt door een Nederlandse pater en een Curaçaose dichter/antropoloog. Zij zijn bij Afro-Curaçaoënaars geweest om opnames te maken en verhalen op te tekenen. Sommigen hebben de afschaffing van de slavernij nog meegemaakt. “In mijn project Immersion heb ik rondom opnames gecomponeerd. Het project is voor theater én voor een band temidden van het publiek met vier speakers, vandaar immersion.”
Vernon zoekt: speelplekken, mensen met we kunnen samenwerken, bijv. voor promotie.
Contact: vajcmusic@gmail.com
5.2. Benjamin Quentin
Is bezig met een salsa-cd, geïnspireerd door Maite en is hij naar Medellín (Colombia) gegaan. Gaat acht nummers uitbrengen, gearrangeerd door Thomas Böttcher (pianodocent aan de Codarts). Klassieke salsanummers in een nieuw jasje. De zanger zit in Venezuela en ze willen samenwerken met een artiest uit Colombia. Deze twee artiesten wil Benjamin graag naar Nederland halen. Benjamin zoekt mensen die hem hierbij kunnen helpen en om de cd te kunnen presenteren.
Contact: niqueq6@hotmail.com
5.3. Nawras Altaky
[Geeft een mini-showcase] Zanger, udspeler en componist, woont al zes jaar in Utrecht. Komt uit de bergen van Zuid-Syrië. Zijn project is ‘The New Silk Road, a musical journey from China to Europe through the Middle East’. “I played at the Grachtenfestival with Chinese, European and Middle Eastern musicians. Got invited by a dance group to write intercultural music for dance.
We need partners, co-producers, supporters and volunteers.”
Contact: nawrastaki@gmail.com
5.4. Evelyn Dupuy
Komt uit Cuba, woont in Nederland en brengt Afro-Cuban culture mixed in new sounds, check videoclip Bruja.
Question: I need a booker, supporters.
Contact: via Instagram
5.5. Yanna Pelser & Pablo Rodriguez
Yanna Pelser is altviolist van het North Sea String Quartet en Pablo Rodriguez violist uit de Canarische Eilanden. ‘Ons strijkkwartet speelt alles behalve klassieke muziek, veel samenwerking uit de wereldmuziek, bijvoorbeeld met Trio da Kali en Lilian Vieira. Ze hebben hun eerste echte album uitgebracht met Javier Infante, gitarist en componist uit de Canarische Eilanden. Ze vinden ook dat de strijkers meer groove nodig hebben en willen Creative String Playing de wereld in brengen. Ze zoeken ook mensen die connecties in educatie over de hele wereld hebben. Het album ‘Electric Amazigh’ met muziek van Javier Infante, is een mix van Canarische Islands, met Noord Afrikaaanse en Sefardische muziek. zie Spotify.
Het kwartet is op zoek naar management en een booker
Contact: info@northseaquartet.com
5.6. New Music Now
New Music Now is een collectieve promotie voor componisten geïnitieerd door New Geneco die dit jaar 111 jaar bestaan. Componisten uit de sector wereldmuziek zijn hier ook welkom. Op 18 juni wordt de Dag van de Componist georganiseerd, een landelijke actie, waarbij componisten zich op die dag bij kunnen aansluiten met een optreden. Het wordt landelijk uitgerold met veel media-aandacht. Deadline 1 maart. Ga naar de website New Music Now.
5.7. Abdullah Geels
Mijn bedrijf Audiomaze heb ik in 2004 opgericht. Laatste jaren meer gaan specialiseren in digitale labels en distributie. Artiesten die te klein zijn voor de grote labels kunnen bij mij terecht met focus op jazz, world en fusion. Ik begeleid heel veel artiesten met online aanwezigheid, en online pitching.
Contact: info@audiomaze.com. Check de site.
6. Showcase: Cacha Mundinho Quartet
Een reis door de lusophone wereld. Dit kwartet met ervaren musici bestaat nog geen jaar en brengt een originele en aanstekelijke mix van bossa, fado & jazz.
Line up:
Joana Almeida (Portugal) – zang & gitaar,
Maripepa Contreras (Spanje) – hobo & duduk,
Felix Hildenbrand (Duitsland) – contrabas,
Sjahin During (Turkije/Nederland) – percussie.
De volgende World Blend is op 11 mei in Nijmegen.
Verslag: Charlie Crooijmans
Fotoverslag: Tim Jonker / Ton Maas showcase>>> klik verder