Updates & Speeddates: landelijke regelingen

De laatste editie van de netwerkbijeenkomst van dit jaar vond plaats op 11 december 2019 in Club 9, in het Utrechtse TivoliVredenburg. Eerst werd er ingezoomd op de situatie rond de Utrechtse podia. Daarna werd er met Kunstenbond/NtB uitgezoomd op de nieuwe landelijke regelingen. Er waren updates van het Sena Productiefonds, het Fonds Podiumkunsten (upstream regeling) en Dutch Music Export (marketingregeling).

Gastsprekers 
Hanno Tomassen – programmeur van TivoliVredenburg
Miriam Brenner – Stichting Utrecht Wereldmuziek (STUW)
Anita Verheggen – Nederlandse toonkunstenaars Bond (NtB) & Sena
Dominique Citroen – Sena Productiefonds
Floris Vermeulen – Fonds Podiumkunsten
Marcel Albers – Dutch Music Export
MC – Stan Rijven (ST)

Hanno Tomassen (HT)
HT: TivoliVredenburg (Tivre) moet een rol spelen voor iedere Utrechter, dus niet alleen voor het publiek dat ons wel weet te vinden. Wat zouden we kunnen betekenen en hoe leggen we contact met de wijken? Met wie zouden we moeten co-produceren, zodat we het contact kunnen laten verduurzamen. Mijn netwerk is inmiddels flink uitgebreid met contacten uit de wijken en de scholen.

ST: lukt het om de mensen uit die buurten hier naar toe te halen?
HT: Dat is niet per se de bedoeling. Wat we ook doen is samen op locatie programmeren.
ST: Je zou kunnen zeggen dat het festival Le Guess Who? exemplarisch is.
HT: LWG is het avontuur! Ze zijn begonnen met een aantal bandjes uit Canada die niemand kende. Zo is het festival gegroeid. Dat avontuur zoeken mensen op en dat is succesvol gebleken.
ST: Je hebt er een nieuwe medewerker bij?
HT: Sinds 1 november werkt Loudna bij ons. We hadden behoefte aan een marketingdeskundige die zeer dicht tegen het programmeren aan zit. Ze is drie dagen per week bezig met alleen niet-westerse programmering en cross-over. Ze komt net als ik uit de Wijk Cultuurhuizen. We proberen dicht bij de haarvaten van de stad te komen.
ST: Hoe kunnen artiesten jou bereiken?
Loubna: Heel makkelijk door te mailen naar loudna@tivolivredenburg.nl
ST: wat zijn jullie plannen voor de toekomst?
HT: De tweede editie van het Amazigh-nieuwjaar, met een meer jongere cultuur daaronder, meer aanloop en spin-off. We willen namelijk niet één keer pieken, maar het moet iets opleveren. We hebben vorig jaar voor het eerst het Medfest geprobeerd, maar dat gaan we wat kleiner aanpakken, want het was iets te hoog gegrepen. Catching Cultures komt aan het einde van dit seizoen weer terug. Ook, als je ‘world’ intikt op onze agenda, krijg je de world-concerten meteen te zien. We moeten groeien. We willen dat zorgvuldig aanpakken en op meer plekken tegelijk zichtbaar zijn.

Vraag uit het publiek (Sjahin During):Waarom doen jullie dit nú? De diversiteit bestaat al zo lang in Nederland. Is het beleid, krijgen jullie er extra geld voor?

HT: Het politiek correcte antwoord – en dat is ook echt zo: de inclusieve motivatie! Tivre bestaat vijf jaar, we hebben er drie jaar over gedaan om het te laten werken. De laatste twee jaar probeer je met elkaar naar buiten te laten zien wie je bent, mensen uit te nodigen, maar ook veel meer in conclaaf met de stad te gaan. Mijn achtergrond is de grassroots, participatieve programma’s, samen met artiesten nieuwe dingen bedenken. Hetzelfde geldt voor Loudna. Het is nu trendy, maar net zo hard nodig. Ik zie dat als de duurzame manier om samen te werken.

Miriam Leah Brenner (MB)

MB: STUW is nu twee jaar aan de gang, we begonnen in september 2017 met een pilotfase. Begin dit jaar hebben we een aanvraag gedaan bij de gemeente Utrecht, onze enige bron van inkomsten. We hebben een goedkeuring gekregen voor een tweede fase en die duurt tot en met december 2020.

ST: Hoe weet je mensen te interesseren?
MB: Het begon met een pot geld. De programmering die verloren is gegaan bij Rasa (world-podium) wil de gemeente graag behouden. Niet alleen één podium, maar stadsbreed, en ook niet alleen bij de podia, maar wie er geld nodig heeft om een programma neer te zetten: cultuurhuizen of makers zelf. Met het wegvallen van Rasa viel er ook een grote infrastructuur weg en er zijn natuurlijk andere mogelijkheden waar Rasa nooit mee te maken had: andere ruimtes, publiek, organisaties. De pilotfase was vooral inventariseren. Wat ik doe is bij allerlei mensen aankloppen en mensen met elkaar in contact brengen. Bijvoorbeeld bij het aanvragen van vergunningen, of kennis over content.
ST: Je levert dus de know-how en maakt de connecties?
MB: Ja, we hebben twee weken geleden onze derde bijeenkomst gehad voor collega’s uit de stad om goed te bouwen aan de infrastructuur. Dat mensen weten van elkaars bestaan, mogelijkheden voor samenwerkingen en om de lijntjes kort te houden.
ST: Merk je dat het werkt?
MB: Het gaat niet alleen om programmering. Het bleek dat mensen meer nodig hadden: advies, elkaar willen leren kennen, nieuw publiek opbouwen. Er moet nog veel gebeuren, maar we zien partners die elkaar gevonden hebben. Er is van alles in beweging.
ST: Zou dit een model kunnen zijn voor Den Bosch en andere steden?
MB: Op het gebied van pop gebeurt er wel een en ander in bijv. het oosten van het land. Op het gebied van wereldmuziek is het vrij uniek wat er in Utrecht gebeurt. Ik denk dat ieder stad moet kijken wat er is en wat er nodig is.
Miriam promoot ook DJ’s en artiesten waaronder Miroca Paris, die momenteel met Madonna toert.
ST: Door artiesten als Beyoncé en Madonna zijn latin-ritmes als reggaeton zeer populair geworden. Zij zijn de voelsprieten van de popcultuur.

 

 

 

 

Anita Verheggen (AV)
ST: Zou Madonna lid zijn geworden van de Nederlandse toonkunstenaarsbond (NtB)?
AV: Ik zou het haar wel aanraden. Wij zouden haar heel goed helpen om te voorkomen dat ze een verkeerd contract tekent in het begin van haar carrière. Anderen kunnen verdienen aan jouw geweldige hits. Er zijn veel bekende artiesten die de bietenbrug zijn opgegaan. Wij hadden ze precies geadviseerd en voor ze onderhandeld.
ST: Om van muziek te kunnen leven, je moet wel die know-how hebben en die hebben jullie wel.
AV: Ja, en we hebben een groot netwerk in de hele muziekindustrie. We zitten bij de grote organisaties aan tafel: Buma-Stemra, Sena. Belangrijke organisaties, omdat daar het laatste geld zit. Je kunt als musicus aan de rechten iets verdienen, mits je het juiste contract ondertekent. We zitten bij die organisaties aan tafel om de belangen van onze achterban te kunnen behartigen.
ST: Over hoeveel muzikanten, componisten praat je dan?
AV: Dat zullen er inmiddels zo’n 5.000 zijn. Wij zijn gefuseerd met de Kunstenbond en zijn de grootste vakbond voor creatieven.
ST: Waarom is het verstandig om lid te worden?
AV: We kunnen je voorzien van de juiste verzekeringen, advies geven over subsidies, we kunnen je contracten checken, als er geen geld is uitbetaald van je opdrachtgever, gaan wij er achteraan, we lobbyen voor jouw belangen. We weten dat cultuur niet bepaald breed bedeeld wordt door de overheid, dus ook de subsidielobby doen wij. We hebben zelfs een fikse vinger in de pap bij de Sena, waardoor ook de subsidies die daar liggen voor musici op een juiste manier worden besteed. Dat kunnen we alleen maar doen als we een grote achterban hebben. Als dat er niet is, hebben we gewoon geen invloed meer.ST: Jullie hebben er ook voor gezorgd dat musici een fair-pay krijgen
AV: Dat klopt, een subsidiecriterium bij de Sena is dat er een minimum gage norm is. Dat was al jaren aan de gang. Dan merk je dat het werkt, dat mensen er over gaan nadenken. Het is toch te gek dat er behoorlijke wat geld omgaat in de cultuur, maar dat het zo slecht verdeeld wordt. Het blijft altijd bij de verkeerde partijen hangen. Met man en macht zijn we bezig dat de politieke wind in de richting van fair-practice begint te waaien.

AV zit ook bij de Sena, dus blijft zitten en Dominique Citroen schuift aan.

 Dominique Citroen (DC)

DC: Als je een aanvraag doet bij het Sena muziekproductiefonds komt die bij mij terecht.
ST: Wat is Sena?
AV: Stichting die de naburige rechten van musici innen, wereldwijd; incasseren en vervolgens verdelen onder de rechthebbenden. De Sena bestaat eigenlijk helemaal niet zo lang. Op het moment dat jij als musicus mee hebt gespeeld bij de plaatopnamen van jezelf of van een andere artiest, en zo’n plaat wordt gedraaid, krijg je een vergoeding. Sommige musici denken: ‘het zal wel niks opleveren’, maar stel het wordt een hit en het wordt hartstikke vaak gedraaid, dan ben je een dief van je eigen portemonnee. Je kunt je gratis aansluiten bij de Sena.
ST (tegen de zaal): In de pauze kun je tijdens een speeddate rechtstreeks vragen stellen aan Dominique en Anita. (tegen DC) Van de Sena kun je maximaal 5.000 euro aanvragen om je album uit te brengen. Hoe werkt dat precies?
DC: Je gaat een opname maken en dan kun je een aanvraag doen bij het Sena Performance-Muziekproductiefonds. In het formulier vul je al je gegevens in, en hoe je geld denkt te genereren. Als je 5.000 euro aanvraagt moet je een begroting hebben van 10.000 euro. Of 4.000 bij een begroting van 8.000. Dus de helft van het bedrag. Dan wil men weten waar je optreedt of dat je streaming doet (Spotify), of je een eigen label hebt. Tot nu toe is de voorwaarde dat je de opname in eigen beheer maakt. Wij willen graag dat iedereen geld krijgt, wij willen niet daar zitten met ‘Dit is niet goed, dat is niet goed, dus weg ermee’.
ST: Het is een klus om dit te doen, kun je dan om advies vragen?
AV: Als je lid bent van de toonkunstenaarsbond, kun je hiermee bij de bond terecht.
ST: Jullie krijgen uit de jazz, klassiek en pop heel veel aanvragen, maar uit deze sector bijna niks.
DC: Te weinig!
ST: Dan over de ‘Upstream-regeling’
AV: Dat hebben we dankzij de Kunstenbond geïnitieerd. Wij hebben hard gelobbyd voor een goed fonds dat aansluit bij de praktijk van popmusici. Er bestaan wel veel mooie regelingen, maar er zijn toch problemen voor musici om een aanvraag te doen die aansluit bij de regels van zo’n fonds. Ik hoop dat Upstream dat wel gaat doen. We zitten nu in een proef jaar, dus de feedback erover is heel belangrijk. Hier stoppen Sena en -producenten ook geld in – 50% Fonds Podiumkunsten en 50% Sena. Dit kan een doorbraak betekenen in alle subsidie-regelingen die met popmuziek te maken hebben, maar ook met wereld, cross-over en jazz. Karsu was een van de eersten die een toekenning hebben gekregen van Upstream. Ander voorbeelden: I Am Oak, Marike Jager, Kraak & Smaak. Het zijn dus midcareer-artiesten die een toekenning hebben gekregen. Jungle by Night zou bijv. een aanvraag kunnen doen.

Floris Vermeulen (FV)

Het Fonds Podiumkunsten (FPK) is een van de Rijks cultuurfondsen. In 2008 is de basis-infrastuctuur gevormd en daar is het FPK uit voort gekomen. Sinds 2015 ben ik Secretaris Muziek, in die tijd was er een budget van 45 miljoen. Dat is nu gegroeid naar 61 miljoen – door talentontwikkelingsprojecten en allerlei inventieve programma’s waaronder Upstream. In de volgende beleidsperiode gaat er een aardig bedrag terug naar het Rijk.

ST: Ook FPK gaat samenwerkingsverbanden aan waaronder met Sena zoals Upstream, wat heb ik daaraan als boekingskantoor of musicus?
FV: We proberen een duidelijke connectie te maken met de muziekindustrie (publishers, bookingbureaus), maar ook met privaat investeringen vanuit je eigen verdiensten. Als je daar een goed plan voor maakt, zouden we dat kunnen verdubbelen. Het lijkt op het Sena Muziekproductie Fonds waarbij er in eigen beheer moet worden geproduceerd. Met de uitdrukkelijke wens van de minister wordt er nu vooral gekeken naar de artiesten in hun midcareer. In het begin van je carrière gaat het hard, je hebt een paar albums uitgebracht en dan stagneert het, er is minder aandacht en minder plek voor je.
ST: Moet ik dan mijn hele levensverhaal inclusief privé-sores ophangen?
FV: dat soort dingen krijgen we wel te horen. Je moet een beschrijving geven van wat je al hebt gedaan en wat je plan is om je carrière een boost te geven. Je moet niet hoeven aantonen dat je een midcareer hebt, dat is een beleidsbegrip. We hebben geprobeerd een aantal dingen te vragen waar dat uit blijkt. Voor alle genres werkt dat natuurlijk anders. Meer info vind je op de FPK-site.

Op de slide zien we groepen waarvan de plannen zijn gehonoreerd

FV: Niet alles wordt gehonoreerd. Het gaat er echt om dat je aan kunt tonen dat je met je connecties, je investeringspartij en je team, je carrière een boost kan geven, wat ook duurzaam is. Onze investering gaat tot dat je het podium opgaat. Je moet de commissie (bestaande uit adviseurs) overtuigen dat je een sprong in je carrière hebt gemaakt, daar hoort ook bij dat je meer views hebt, meer verkoop hebt en hogere bedragen kunt vragen bij de podia.
ST: Kun je maar één keer per jaar aanvragen, zit er een systeem in?
FV: Het is doorlopend. Je kunt sowieso vragen waar je aan moet voldoen. Het gaat om projecten van minimaal 30.000 euro en ten hoogste 100.000 euro, de helft ervan moet je ergens uit de markt halen. Dat moet je dus al hebben liggen. Daarvan is eenderde een lening, welke je binnen een periode die je zelf afspreekt terugbetaal

Marcel Albers (MA)

Op m’n 17e ben ik met wat vrienden meegegaan naar Lloret de Mar waar ik een bandje zag repeteren, en die manager lag de hele dag aan het zwembad. Dat leek mij ook wel wat. Ik heb altijd geprobeerd veel dingen tegelijk te doen, dat is niet altijd goed, maar dat geeft wel het voordeel dat ik in de popmuziek veel mensen heb leren kennen en veel heb gedaan. Toen ik begon aan de uitvoering van het exportbeleid moest ik volgens de Cultural Governance wel laten zien dat ik geen dubbele belangen had. Ik had een lijst van 300 artiesten waar ik mee gewerkt had, dan kun je maar beter alle dubbele belangen hebben.

ST: Wat is Dutch Music Export?
MA: Volgens Henriëtte Post, directeur Fond Podiumkunsten, een novem. Het heeft te maken met het ontstaan van Dutch Music Export. Wij wilden als popsector heel graag meer geld voor de export. Er zijn heel veel genres in de pop (net als jazz en world) waar muzikanten niet van de muziek kunnen bestaan als ze alleen in Nederland moeten opereren. Markvergroting is ons doel. Wij wilden als branche meer geld, daar hebben we een jaar of 5, 6 over gedaan. Uiteindelijk heeft Henriëtte gezegd, ‘dat gaan we doen, we gaan een grote som geld in de popmuziek steken, op voorwaarde dat er nog een partij is die meedoet’. Dat werd Buma Cultuur, en daar kwam de toezegging van 1 miljoen per jaar. Er was één voorwaarde: de popsector is een ongeleid projectiel, we moeten de sector met één stem laten spreken. Dat is uiteindelijk Stichting Popcoalitie geworden, die is eindverantwoordelijk voor het goedkeuren van het beleid. Die let ook op of de declaraties en of alle beleidslijnen opgevolgd worden. Buma Cultuur had het jarenlang te zeggen op het gebied van export, maar we waren als sector van mening dat we iets minder achter de agenten aan moesten, maar kijken naar alle revenue streams in de popmuziek.
ST: Hoe werkt het concreet?
MA: We hebben een miljoen per jaar, daarvan geven we ruwweg 3,5 ton uit aan showcase-festivals, 3,5 à 4 ton voor co-financiering van marketingregeling met de criteria: heb je een reden om naar het buitenland te gaan, heb je een goed plan en heb je partners, dan kun je in een aantal stappen tot 7,5 – 15, en zelfs 50.000 euro aanvragen. We stoppen vrij veel geld in educatie, en we gebruiken de bezoekersregeling meer en meer, dat betekent dat we buitenlandse professionals hier naar toe halen.
ST: Wat bedoel met educatie?
MA: We zijn begonnen aan een exportbeleid, maar dan moet er wel een nulmeting zijn en die was er niet. Want er waren nooit data verzameld. We moeten onszelf evalueren en dat doen we heel vaak. We kwamen tot de ontdekking dat we de afgelopen 15 jaar niet succesvol genoeg waren, EDM (Electronic Dance Music) en Dance buiten beschouwing gelaten. Als het dan niet ligt aan de artiesten en niet aan de liedjes, dan betekent zoiets dat we de mensen om die artiesten heen- zoals managers, bookers- beter moeten begeleiden. Dat noemen wij educatie.
ST: Jullie gaan regelmatig naar muziekbeurzen (bv. SXWS in de VS), maar de Womex staat niet op jullie lijstje?
MA: Dat is ook moeilijk. Ik ben hier zelf 2, 3 jaar geleden ingestapt, en een van mijn eerste aanvragen kwam vanuit de jazz en de wereldmuziek en ik wist me daar ook geen raad mee. Ik heb daar een hele exportcommissie bij moeten sleuren, ‘jongens, waar zit dan de definitie, en hoe gaat dat?’. Daar hebben we ook van geleerd, we kijken steeds meer naar voor welk publiek speelt een artiest, in welke scene beweegt die artiest zich. Dan maakt het eigenlijk niet meer zo veel uit of het nou wereldmuziek of popmuziek is. Dan zou de Womex er heel goed bij kunnen passen.

Vraag uit het publiek
Miriam Brenner: die expertise ligt niet in het team, bevragen jullie mensen en zijn er plannen om de verschillende partijen bij elkaar te brengen?

MA: Er zijn op dit moment binnen deze beleidsperiode geen plannen, maar zoals ik zeg hebben we van de afgelopen drie jaar geleerd. We hebben gezien dat het onzin is om Joep Beving niet naar het Reeperbahn Festival te sturen, want die man is een popster. Althans dat vinden de Duitsers. Wat ze bij het fonds ontschotten noemen, daar zullen wij ook naar moeten kijken. Mijn voorstel zou zijn: om met de jazz- en wereldcoalition in gesprek te gaan, en gaan kijken naar die best practices zodat mensen ons weten te vinden.

Showcase: Tarmonica Improvisaties op de rijke muziektradities van India, Iran en de Méditerranée.
Reza Mirjalali (tar – IR/ NL),
Michalis Cholevas (tarhu – GR/ NL),
Niti Ranjan Biswas (tabla – IN/ NL)

 

DJ’s: Imad & Tommi Yallah! Yallah!
Muziek met roots uit een gebied dat loopt van Iran tot aan Marokko.

 

 

 

 

volledig fotoverslag :

World Blend Café, 11 dec - 2019 - TivoliVredenburg